Duitsland wil internationaal observatorium academische vrijheid oprichten 

Nieuws | de redactie
22 augustus 2023 | De bewaking van de academische vrijheid moet niet incidenteel maar structureel geschieden. Daartoe wil men in Duitsland een observatorium oprichten dat de keerzijden van internationale wetenschapssamenwerking in kaart brengt. Dit zeggen onderzoekers verbonden aan de Berlin-Brandenburgische Akademie der Wissenschaften (BBAW) in een essay. Volgens hen wordt de academische vrijheid niet alleen in het buitenland, maar ook bij ons in Europa beperkt. Het is onduidelijk hoe het op te richten observatorium zich verhoudt tot verschillende opvattingen in het oosten en westen.
Beeld: Lianhao Qu (Unsplash)

Academische vrijheid onder druk 

De druk op de academische vrijheid is internationaal onmiskenbaar. Andere afhankelijkheidsrelaties tussen wetenschap en overheid in Azië, met name China, leiden geregeld tot principiële problemen. Zo zijn in China en India veel rooftijdschriften gevestigd, die publieke kennis pogen te privatiseren. Ook in Europa is er echter een groeiend aantal incidenten van academische onvrijheid; bijvoorbeeld in Polen, waar Holocaustonderzoekers in hun conclusies worden beknot en instituten worden opgeheven, of in Hongarije en Turkije. 

Westerse wetenschappers die in minder vrije landen leren en onderzoeken, kunnen met die kwesties te maken krijgen. Wat vaak wordt vergeten, is dit internationale inmenging ook de wetenschapper in westerse landen kan treffen. Het essay van de BBAW noemt het voorbeeld van de Turkse regering, die tracht zich te mengen in het onderricht van moslimimams aan de Duitse universiteiten. Dergelijke zaken zorgen voor diplomatieke en politieke disputen, maar raken ook aan de grondbeginselen van de wetenschappen. 

‘Academische vrijheid is vanzelfsprekend’ 

Toch constateren de auteurs het idee dat “in Duitsland academische vrijheid vanzelfsprekend, onbegrensd en onbeïnvloed schijnt te zijn”. Hier gaat men voor het gemak voorbij aan beperkingen in financieelrechtelijke zin, zoals de commerciële kant van publicaties, de derdestroomfinanciering en projectmatig wetenschapswerk. Daarnaast zijn onderzoeksdata steeds vaker inzet van juridische overeenkomsten, waardoor de academische transparantie en reproduceerbaarheid in het geding zijn. 

In de praktijk is academische vrijheid echter niet altijd een voorwaarde voor internationale samenwerking. Naast beperkingen op het gebied van wet, veiligheid en eigendom kan er ook over meningsvrijheid worden onderhandeld. De omgang met ondemocratische regeringen of met onvolledige rechtsstaten kan in dit verband voor lief worden genomen. Dat dergelijke partnerschappen gepaard kunnen gaan met censuur, controle, spionage of geheimzinnige geldstromen komt niet immer meteen boven tafel. 

Internationaal observatorium 

Voor de langetermijnbestudering van internationale wetenschapssamenwerkingen willen de auteurs nu een observatorium opzetten. Dit instituut moet de internationale partners kunnen sensibiliseren en sanctioneren om academische onvrijheden te voorkomen en tegen te gaan. Hierbij hanteert het essay een universeel uitgangspunt om goed onderzoek en onderwijs te garanderen; een partnerschap kan pas worden aangegaan als het deugt in de democratische waarden van Duitsland, Europa en de OESO. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Dit observatorium moet de anekdotische incidenten dus omzetten in een structurele categorisering. Een complicerende factor is om onomstotelijk te staven wat academische vrijheid wel of niet inhoudt. Het melden van misstanden vergt immers een feitelijke informatiegrond, vastgestelde waardematen en een geïnformeerd oordeel. Er is een gevaar dat het dergelijke uitspraken niet helpen bij de formele kwaliteit van wetenschap, maar leiden tot politiek-juridische kaders en normativiteit.  

De analyse van de auteurs richt zich op een aantal probleemgebieden bij academisch partnerschap. Zo kan er sprake zijn van verboden onderzoeksthema’s, gewenste denkrichtingen, beperkingen in datatoegang en censuur, eufemistisch geduid als science diplomacy. Het essay benoemt hier vier typen ervaringen: expliciete beperkingen in het buitenland; de regulering van samenwerking met het buitenland; willekeur in onwetenschappelijke voorwaarden voor samenwerking; en ideologische of politieke invloed op publicaties. Deze ervaringen dienen voortaan te worden verzameld en gecatalogiseerd. 

(Inter)nationale academische vrijheid 

Daarentegen dient het observatorium zelf openbaar te zijn, onafhankelijk van regio’s of richtingen, en onbevooroordeeld tegenover China en overig Azië. Het doel is de versterking en het succes van de wetenschap, niet een externe politieke agenda. Ook moet de financiering transparant en de toegankelijkheid kosten- of voorwaardevrij zijn. Hoewel het voldoende slagkracht moet hebben, is niet onbelangrijk dat het observatorium ook niet voor onnodige nieuwe bureaucratie moet zorgen.  

Hoewel de bedoeling is dat het op te richten observatorium uiteindelijk internationaal ingebed gaat worden, bijvoorbeeld binnen de All European Academies (ALLEA), denken de Duitse auteurs dat een initiële opzet binnen BBAW een betere aanvangspositie biedt. Hier kan het dienen als contact- of ombudsorganisatie, net zoals het Nederlandse Loket Kennisveiligheid, om via interne en vooral externe inlichtingen incidenten van academische onvrijheid te bewijzen en valideren. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK