Studentevaluaties: concrete stappen naar beter beleid

Opinie | door Matthijs Krooi
26 september 2023 | Erken dat studentevaluaties niet alleszeggend zijn, maar gebruik ze om de kwaliteitscultuur aan een instelling bespreekbaar te maken. Praten is echter niet genoeg; pas de uitkomsten ook toe in het HR-beleid door studentevaluaties niet als recensies te zien, maar als hulpmiddel voor docenten om zelf te reflecteren op het onderwijs en leidinggevenden hierin een faciliterende rol te laten spelen. Dit betoogt Matthijs Krooi, beleidsadviseur onderwijskwaliteit bij Zuyd Hogeschool en promovendus in onderwijskwaliteit aan Universiteit Maastricht (op persoonlijke titel).
Beeld: Tim Gouw

Met enige regelmaat verschijnen er berichten over de nadelen van studentevaluaties. Het blijft een wonderlijk gegeven dat wetenschappelijke instellingen de hoogste standaarden nastreven als het aankomt op de interpretatie van onderzoeksdata, maar het moeilijk vinden om de uitkomsten van studentevaluaties op een correcte manier te gebruiken. In instellingen weerklinkt regelmatig de roep om er dan maar helemaal mee te stoppen. Dit is echter geen goed idee, want het berust op misvattingen over het doel van studentenevaluaties en de bruikbaarheid van de informatie.

Voorwaarden voor gebruik studentevaluaties

Eerder hebben onderzoekers van Universiteit Maastricht op dit medium al aangegeven dat studentevaluaties goed gebruikt kunnen worden, als er aan enkele voorwaarden wordt voldaan. De eerste voorwaarde is het gebruik van betrouwbare en gevalideerde instrumenten. Dat betekent dat de goede vragen gesteld worden en er voldoende antwoorden zijn. Daarnaast is het onverantwoord om studentenevaluaties als enige bron van informatie te gebruiken waarop men oordelen baseert over de kwaliteit van een cursus of docent. Idealiter zou men hiervoor een mix van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens gebruiken. 

Tot slot moeten studentevaluaties vooral gebruikt worden om de dialoog over de kwaliteit van het onderwijs op gang te brengen. De resultaten van een studentevaluatie zijn dus niet het einde van het proces, maar een mogelijk begin van een gesprek met docenten en studenten, betogen de onderzoekers van de Universiteit Maastricht.

Druk om te scoren

De crux voor tegenstanders van studentevaluaties is dat organisaties vaak niet aan deze voorwaarden voldoen. Veel docenten ervaren grote druk om hoog te scoren in studentevaluaties, omdat deze ‘recensies’ van grote invloed kunnen zijn op hun carrière. Beleid en uitvoering op het snijvlak van HR en kwaliteitszorg is vaak nog onvoldoende geprofessionaliseerd. Met name voortgangsgesprekken en ‘high stakes’ beslissingen over bevorderingen, waarbij enkel wordt gekeken naar algemene tevredenheidscijfers, doen op deze manier afbreuk aan het kwaliteitszorgsysteem van de instelling. Immers, door dit soort cijfers buitenproportioneel gewicht te geven ga je gedrag beïnvloeden – en veroorzaak je dus de ongewenste neveneffecten waarop tegenstanders wijzen. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Het fenomeen dat metingen die tegelijkertijd ook targets worden vaak een eigen leven gaan leiden, staat ook wel bekend als Goodhart’s Law. Het kan versterkt worden door het peterprincipe, dat stelt dat in een hiërarchie elke medewerker stijgt tot diens niveau van onbekwaamheid. Binnen universiteiten geldt regelmatig dat departemensvoorzitters hun positie bemachtigen op basis van onderzoeksprestaties, en dus niet op basis van hun talent als leider van een docententeam.

Discussie over kwaliteitscultuur

Wat kunnen we doen om het correcte gebruik van studentevaluaties te bevorderen zonder het spreekwoordelijke kind met het badwater weg te gooien? Drie mogelijkheden voor concreet beleid dienen zich aan, naast een serie urgente vragen voor kwaliteitszorgmedewerkers.

We moeten ten eerste erkennen dat signalen in kwaliteitszorg vaak relatief zwak zijn en soms zelfs tegenstrijdig. Dit wil niet zeggen dat de verkregen informatie nutteloos is. Net als de Maastrichtse onderzoekers pleit ik ervoor om de resultaten in hun context te plaatsen door meerdere databronnen te gebruiken als feedback. Kijk bijvoorbeeld ook naar toetsresultaten, aanwezigheidscijfers, focusgroepen, feedback van andere docenten en informele signalen van de studentenpopulatie. Zo vormen de resultaten in samenhang een bron van inspiratie voor het ‘goede gesprek’ over onderwijskwaliteit en mogelijk verbeterd van die kwaliteit. Portugees onderzoek impliceert dat docenten meer gemotiveerd worden door kwaliteitszorg als die meer gericht is op verbetering dan op controle. Het geeft hoop dat dit soort geluiden in de onderzoekswereld al luid klinken, bijvoorbeeld in de tien principes van de Coalition for Advancing Research Assessment.

Studentevaluaties en Erkennen en Waarderen

Ten tweede zou het universiteiten sieren als men de manier van denken in het kader van Erkennen en Waarderenook toepast op de rol van studentevaluaties in de HR-cyclus. Dit impliceert namelijk dat we onderwijs als kerntaak niet als vanzelfsprekend ervaren, maar ook waarderen als ‘carrierepad’ en dus voor docenten de mogelijkheid moeten scheppen om zich hierin te ontwikkelen en te onderscheiden. Het ongenuanceerd sturen op de resultaten van studentevaluaties staat hier lijnrecht tegenover. Daarom is het aan te bevelen dat instellingen in het personeelsbeleid expliciet vermelden dat het ongepast is om beslissingen te baseren op een enkel datapunt.

Een beter idee is om niet betekenisarme cijfers maar de reflectie van de docent op de onderwijskwaliteit centraal te stellen in voortgangsgesprekken. Ook kan men kijken naar de stappen die docenten zetten om het onderwijs te verbeteren en zichzelf te professionaliseren. De cijfers (en andere signalen) blijven nuttig, maar worden op deze manier gecontextualiseerd. Randvoorwaardelijk hiervoor is een kundige leidinggevende die onderwijs als prioriteit ziet, als rolmodel kan fungeren, teamwork faciliteert en in staat is om ontwikkelgesprekken te voeren. “Zo doen we dat hier altijd” mag geen argument meer zijn. ‘Docentkwaliteit’ wordt dan eerder beschouwd als de mate waarin iemand in staat is om verbeterpunten te identificeren op basis van het beschikbare bewijs, in constructieve dialoog met studenten en collega’s.

Gesprek is eerste stap naar kwaliteitsverbetering

Tot slot moeten kwaliteitszorgmedewerkers kritisch naar het eigen instrumentarium kijken. Wij moeten enerzijds de processen en tools die wij aanbieden binnen de instellingen kritisch evalueren en bezien of ze niet beter bij kunnen dragen aan de werkingsmechanismen voor ontwikkeling van kwaliteitscultuur, zoals kennisontwikkeling, gedeeld eigenaarschap, autonomie en engagement. Maken wij het makkelijk voor docenten(teams) en leidinggevenden om diverse informatie te verzamelen over onderwijskwaliteit, hierop te reflecteren en verbeteringen door te voeren? Anderzijds is het van doorslaggevend belang om de brug te slaan tussen kwaliteitszorg en gelieerde domeinen zoals HR en onderwijskundige diensten. Ga met elkaar in gesprek over de eigen bijdrage, en maak gebruik van de verschillende perspectieven. In andere woorden: doorbreek ook de silo’s binnen de ondersteunende laag.

Reageren op dit stuk middels een ingezonden bijdrage? Neem contact op met de redactie via redactie@scienceguide.nl.

Kortom, als universiteiten hun status als bastions van redelijkheid gestand willen doen, zullen ze ook streng moeten zijn in het eigen gebruik van studentevaluaties. Het vertrouwen van kritische docenten herwinnen zal lastig zijn, maar is mogelijk als het gesprek hierover met hen wordt aangegaan door bestuurders, beleids- en HR-medewerkers. De voortdurende ontwikkeling van zogenoemde Centers for Teaching and Learning kunnen wellicht een platform voor dit gesprek bieden. Bespreken hoe men het beste over kwaliteit kan praten binnen de instelling versterkt de algehele kwaliteitscultuur en doet de negatieve bijeffecten van studentenevaluaties grotendeels teniet.


Matthijs Krooi is senior beleidsadviseur onderwijskwaliteit bij Zuyd Hogeschool en doet promotie-onderzoek naar de ontwikkeling van kwaliteitszorg in het hoger onderwijs aan Universiteit Maastricht. Dit opiniestuk is geschreven op persoonlijke titel.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK