‘Leren voor duurzame ontwikkeling zet ook instellingen zelf aan het denken’

Interview | de redactie
12 december 2023 | Onderwijs beginnen vanuit echte vragen in plaats van kennisaanbod; dat vergt een totaal andere kijk op leren, vertelt Stan Frijters. De Aeres-docent en onderzoeker is expert op het gebied van Leren voor Duurzame Ontwikkeling, een didactiek die begint bij echte vragen. Hij vertelt over de voordelen en de uitdagingen voor zowel studenten als docenten en gehele onderwijsinstellingen. “In het begin zul je als docent soms net iets verder moeten gaan dat je eigenlijk durft. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”
Stan Frijters in gesprek met studenten over de onderzoekscyclus van Leren voor Duurzame Ontwikkeling.

Leren vanuit een authentieke vraag met een kritische houding, met onderzoeks- en handelingsvaardigheden als doel en aandacht voor de Sustainable Development Goals. Dat is grofweg de werkwijze van Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO), een in 2014 door Unesco geïnitieerd concept, zoals het bij Aeres Hogeschool Wageningen wordt vormgegeven. Leren voor duurzame ontwikkeling behelst een multidisciplinaire aanpak waarin de afweging tussen een sociaal, ecologisch en economisch perspectief centraal staat.  

Bij de groene Lerarenopleiding (Aeres Hogeschool Wageningen) is LvDO een onderdeel van het onderwijs, vertelt Aeres-docent en onderzoeker Stan Frijters, expert op dit gebied. Hij legt uit hoe de didactiek beoogt leerlingen en studenten alle vaardigheden mee te geven die ze nodig hebben om zo veel mogelijk zelfstandig aan een specifiek vraagstuk te kunnen werken. Zo rust de lerarenopleiding van Aeres de docenten-in-opleiding toe om te kunnen bijdragen aan duurzame ontwikkeling in de curricula van vo- en mbo-scholen. 

Duurzame ontwikkeling in onderwijs

“LvDO gaat erom dat lerenden, of dat nu tieners of volwassenen zijn, worden toegerust om in specifieke situaties zodanig te kunnen handelen dat ze bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Studenten en leerlingen die hieraan deelnemen, werken daarom in groepjes aan een authentiek vraagstuk dat voor hen betekenisvol is”, legt Frijters uit. “Om dat goed te kunnen doen, moeten ze bijvoorbeeld met een kritische houding de juiste informatie weten te vinden en toepassen. Via een aantal onderzoeks- of ontwerpstappen leren ze een probleem behapbaar te maken en uiteindelijk met een oplossing of gewenst product te komen.” 

Binnen de lerarenopleiding van Aeres leren de studenten bij vakken in de eerste studiejaren algemene vaardigheden in onderwijs toe te passen, zoals samenwerkend of onderzoekend leren. Daarmee oefenen ze ook in het onderwijs dat ze zelf verzorgen op (stage)scholen. Aan het eind van de opleiding komen die vaardigheden samen in het ontwerponderzoek dat ze doen. 

Leren voor Duurzame Ontwikkeling komt ook steeds vaker terug in afstudeeronderzoeken, vertelt Frijters. “Het zal allemaal nog scherper kunnen, maar het begin is er. Die ontworpen leertrajecten voor scholen of bedrijven voldoen op hun beurt ook weer aan de uitgangspunten van het UNESCO-concept ‘Leren voor Duurzame Ontwikkeling’. De afgelopen tien jaar zijn studenten het steeds logischer gaan vinden om hiermee bezig te zijn. Het is immers duidelijk dat er met bijvoorbeeld het klimaat iets aan de hand is.”  

Vergt professionele moed van docenten

LvDO-leeractiviteiten starten vanuit een echte vraag. Daarmee vormt het meestal een totaal andere kijk op leren dan het gebruikelijke onderwijs dat vanuit kennisaanbod vertrekt, beseft Frijters. “Er zijn al behoorlijk wat scholen die dit doen, dus de praktijk bewijst dat het kan, maar evengoed vormt het ook een ontwikkelvraagstuk voor opleidingen. Anders naar onderwijs gaan kijken betekent dat je het hele curriculum en de docentactiviteiten samen tegen het licht moet houden. Dat is nogal spannend.” 

Docenthandelingen spelen, meer nog dan de kennis, een cruciale rol in de LvDO-didactiek, vertelt Frijters. “Bij scholen en opleidingen die dit reeds toepassen, zien we dat docenten die hiermee vertrouwd raken ook geneigd zijn om studenten en leerlingen meer ruimte te geven.” Het leren vanuit de vraag betekent echter dat docenten in het onderwijs vaak niet precies zullen weten wat de uitkomst wordt. “Zeker op het hbo is het een wezenlijk onderdeel van het proces dat een docent niet per se vooraf reeds alle kennis heeft die in de leeractiviteit van de student voorbijkomt.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Dat vergt wat professionele moed van docenten, windt Frijters er geen doekjes om. “In het begin zul je als docent soms net iets verder moeten gaan dat je eigenlijk durft. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan: als een docent zich daardoor niet veilig voelt, wordt het een lastiger verhaal.”  

De onderwijsdeskundige hoort ook vaak de tegenwerping dat het lastig is om specifieke leerdoelen te toetsen in een flexibele onderwijssituatie. Projecten met scholen wijzen echter uit dat zulke problemen kunnen worden ondervangen als een module opnieuw wordt ontworpen. “Het vraagt een andere manier van denken, en van docenten hoor ik dat ze daarmee heel veel kunnen winnen als ze eenmaal aan de slag gaan.” 

Didactische coaching zorgt voor betere resultaten

Voor docenten kan de LvDO-didactiek dus een uitdaging zijn. Studenten en leerlingen in het VO, mbo en hbo zijn echter gebaat bij vrijheid die het leren vanuit een vraag hen biedt, ziet Frijters. “Er is zoiets als het Pygmalion-effect, wat inhoudt dat leerlingen en studenten zich ernaar gaan gedragen als een docent een lagere of hogere verwachting van hen heeft. In de praktijk wijst alles erop dat het positief bekrachtigen van studenten werkt. Door het zogenoemde ‘didactisch coachen’ bij LvDO krijgen lerenden meer zelfvertrouwen, wat weer tot betere prestaties leidt. Niettemin geldt: dat kan heel logisch klinken, maar ga er als docent maar eens aan staan als je zelf niet zeker bent over je nieuwe rol.” 

Het is daarom niet verrassend als Frijters vertelt dat een goed en veilig onderwijsteam een belangrijke voorwaarde blijkt. “Dat is natuurlijk veel prettiger werken voor docenten. Dan zie je ook dat ze elkaar helpen en interessante kansen kunnen zien – bijvoorbeeld als docenten Biologie en Nederlands de krachten bundelen en de docenten Nederlands helpen bij het opstellen van onderzoeksvragen bij LvDO-leeractiviteiten.”  

Veel onderwijsinstellingen die aan de slag gaan met leren voor duurzame ontwikkeling, ontdekken dat het een heldere (pedagogische) visie op leren vereist. “Dat zet instellingen vaak aan het denken. Ze gaan het dan veel meer zien als een ontwikkelproces van de school zelf; een curriculum is dan maar een deel van alles wat er gebeurt binnen een onderwijsinstelling. Als je met elkaar leert nadenken over het waarom van de aanpak die je als docenten hanteert, is dat evenzeer een stuk deskundigheidsbevordering.”    

Duurzame ontwikkeling bij groene hogeschool

Een groene hogeschool zoals Aeres is omgeven door uitstekende mogelijkheden voor studenten om allerlei soorten onderzoek te doen die verband houden met duurzaamheid, laten de voorbeelden van Frijters zien. 

“Ga eens naar de supermarkt en koop daar een alternatieve burger van bijvoorbeeld veldboontjes. Daar zit een enorm Europees en mondiaal verhaal achter, wat het heel interessant maakt om bijvoorbeeld te onderzoeken of het promoten van zulke producten een goed idee is. Met leren voor duurzame ontwikkeling zet je studenten in de rol om dat zelf te gaan onderzoeken en nieuwverworven kennis met elkaar te delen. Daarnaast kunnen leraren-in-opleiding helpen om deze houding bij studenten en leerlingen op stagescholen te ontwikkelen.”

Studenten van Aeres komen vaak zelf uit familiebedrijven. Ook daar liggen onderzoeksvragen voor het oprapen. “Ik ken bijvoorbeeld een student die onderzocht hoe het bedrijf van zijn ouders rendabeler kon worden met een kleinere impact op het milieu. Dat is een fantastische vraag die echt een onderzoekende houding vereist, want je zult dan verder moeten kijken dan de informatiebronnen die waarschijnlijk gebruikelijk zijn voor jou.”  

Het selecteren van betrouwbare bronnen is al langere tijd een belangrijk thema in het hoger onderwijs in het algemeen – en niet voor niets, blijkt uit Frijters’ verhaal. “Soms komen studenten voor een bronnenstudie bij een ontwerponderzoek met literatuur waarbij je denkt: ‘Kijk nog maar eens kritisch naar die bronnen en hun herkomst’. Zulke 21e-eeuwse vaardigheden zijn ook binnen LvDO cruciaal.” 

Onderzoek om direct bij te dragen

Duurzaamheid is een onderwerp dat, zeker in de ketens van voedselproductie, door controverse wordt omgeven. Aeres wil studenten niettemin opleiden tot ‘groene veranderaars’, en de LvDO-didactiek past daarbij. “In het Groene Veranderaar-traject bekijken we onder andere hoe we vanuit het onderwijs kunnen bijdragen aan een duurzame toekomst voor de sector. Daarin nemen we bijvoorbeeld mee dat het efficiënt voeden van de aarde voor landbouw ook betekent dat je dat over dertig jaar nog steeds moet kunnen doen. Daarom wordt bijvoorbeeld ook aandacht besteed aan problemen zoals verzilting door het gebruik van kunstmest en alternatieven”, vertelt Frijters. 

Hogescholen hebben daarin als kennisinstellingen een belangrijke rol, benadrukt hij. “Ik vind het goed om maatschappelijke uitdagingen en noodzakelijke transities in het kader van geïntegreerd burgerschap binnen een lerarenopleiding te agenderen en met elkaar te onderzoeken. Op het gebied van onderzoek heeft het hbo de laatste jaren een slag gemaakt. Bij universiteiten doet men veel vooral fundamenteel onderzoek, puur om iets te weten te komen. Wij doen onderzoek om direct bij te dragen aan innovatie en verbetering.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK