‘Een toets alleen verbetert academische woordenschat eerstejaars hbo’ers niet’

Opinie | door Mieke van Diepen & Marike Kwakman
12 februari 2024 | Wie de academische woordenschat van eerstejaars hbo-studenten wil verbeteren om zo hun kans op studiesucces te vergroten, neemt beter niet meteen aan het begin van de opleiding een toets af. “Het is belangrijker en nuttiger om tijdens lessen handvatten te bieden voor het herkennen van academische woorden en het vergroten van de woordenschat; oftewel, door taalontwikkelend of -bewust onderwijs te geven”, schrijven Mieke van Diepen en Marike Kwakman van de Hogeschool van Amsterdam. Zij reageren op een eerder artikel op ScienceGuide.
Beeld: Alexis Brown

Op 6 september trok een titel op ScienceGuide onze aandacht: ‘Studiesucces eerstejaars hbo stijgt door toets woordenschat‘. Het riep bij ons meteen gemengde gevoelens op: enthousiasme (wat fijn dat hier aandacht aan wordt besteed!), maar ook zorgen. Gaan mensen nu, na het lezen van de beknopte samenvatting op ScienceGuide, denken dat ze door het invoeren van een woordenschattoets direct het studiesucces van studenten vergroten? Sindsdien hebben we meerdere vragen gekregen naar aanleiding van dit artikel. Ook zien we dat er regelmatig naar het artikel wordt verwezen, bijvoorbeeld in een e-mail van CITO met de tekst ‘Verminder studie-uitval door inzicht in academische woordenschat’. 

Lezers concluderen soms dat alleen al het maken van de toets studiesucces oplevert, en dat je deficiënt bent als je de toets niet haalt, zo horen we uit reacties. Dat vinden we zorgelijk. Het afnemen van de toets kan het studiesucces namelijk alleen bevorderen als deze wordt ingezet op het juist moment en op de juiste wijze. 

Nu wordt de toets in meeste gevallen direct in het begin van het eerste studiejaar afgenomen – een moment waarop een deel van de studenten nog nauwelijks met academische taal in aanraking is geweest. Wij betogen dat zo’n toets pas later moet worden ingezet en bovendien moet worden voorafgegaan door taalontwikkelend onderwijs.

Formuleren van aannames is gevaarlijk

Welie en de Korte beschrijven in hun artikel enkele praktische implicaties van hun onderzoek. De academische woordenschattoets (AWT) (Welie e.a. 2021) is een goede voorspeller van academisch tekstbegrip en academisch tekstbegrip is nodig voor studiesucces. Het is dus zinvol om de studenten in het vizier te krijgen die moeite hebben met het lezen van studieteksten, redeneren de auteurs. Door ze op te sporen kan extra ondersteuning aangeboden worden. In het onderzoeksartikel worden hiervoor suggesties gegeven. 

Word abonnee!

Alleen met uw bijdrage kan ScienceGuide bestaan. Word abonnee voor slechts €85 per jaar (incl. 9% BTW), ontvang 50 keer per jaar de nieuwsbrief en draag bij aan een onafhankelijk platform voor het hoger onderwijs.

De tekst op ScienceGuide laat echter een minder genuanceerd beeld zien. Hierdoor kan de indruk ontstaan dat alleen al het afnemen van een woordenschattoets bij alle eerstejaarsstudenten bijdraagt aan hun studiesucces. Als beleidsmakers hun beslissingen op die lezing baseren, dan kunnen die juist funest zijn voor studiesucces en (lees)motivatie. De kwestie van taalvaardigheid vormt een serieus aandachtspunt dat om duurzame oplossingen vraagt. We weten dat docenten met allerlei goede bedoelingen bereid zijn een toets of instrument in te zetten, maar in dit geval kan dat juist negatieve gevolgen hebben.

Een toets kan geen studiesucces opleveren

In de slotzin van het ScienceGuide artikel staat dat het nuttig is “een woordenschattoets af te nemen bij alle eerstejaars, zodat dit aspect hun studiesucces niet stoort”. Dit is in onze ogen te kort door de bocht. Studenten die laag scoorden kregen een gesprek en werd remediëring geboden. Maar mag je van iedereen verwachten dat zij deze woorden al hadden moeten leren? 

Eerstejaarsstudenten die bij aanvang van hun studie minder kennis hebben van academische woorden, zijn hier in hun leven nog niet of nauwelijks mee in aanraking geweest. Dit zegt niets over hun leerpotentieel. Een slecht resultaat kan echter wel het gevoel geven niet te voldoen aan een standaard, en kan daardoor demotiveren. Op deze manier kan de woordenschattoets zelfs schadelijk zijn voor het zelfvertrouwen en de motivatie van studenten

Remediëren impliceert dat de student deficiënt is

In 2022 onderzochten we hoe we docenten kunnen helpen om zich bewust te worden van hun eigen mondelinge (academische) taalaanbod en het effect hiervan op eerstejaarsstudenten. Wanneer docenten alle studenten de kans geven om zich academische taal eigen te maken, helpen zij hen om meer succesvol te studeren (Diepen et al, 2022). 

In navolging van dit onderzoek willen wij benadrukken dat de aandacht zoveel mogelijk moet uitgaan naar het creëren van een taalrijke leeromgeving in de context van de opleiding (‘taalbewust onderwijs’), en minder naar opsporing en remediëring. Remediëren impliceert immers dat de student deficiënt is, terwijl het maar de vraag is of iemand die nog nooit de kans heeft gehad om het te leren, dat al zou moeten kunnen. 

Dit onderscheid houdt rechtstreeks verband met kansengelijkheid. Kansengelijkheid gaat over het bieden van leerkansen. Kansenongelijkheid gaat daarentegen over het ontnemen van leerkansen op basis van een beoordeling of iemand iets wel of niet kan, in plaats van of iemand iets wel of niet kan leren (ongeacht of diegene de kans heeft gehad om het te leren). 

Momentum en vervolg zijn cruciaal

Het afnemen van een woordenschattoets als indicatie is helemaal geen gek idee, maar het momentum en het vervolgzijn cruciaal. Docenten kunnen de toets gebruiken om studenten te motiveren om aan hun woordenschat te gaan werken. Het is echter nog belangrijker en nuttiger om tijdens lessen handvatten te bieden voor het herkennen van academische woorden en het vergroten van de woordenschat; oftewel, door taalontwikkelend of -bewust onderwijs te geven. 

Dit sluit aan bij de suggestie van Welie et al. om onderwijsinterventies af te stemmen op woord- en tekstbegrip en aandacht te hebben voor leesmotivatie en -processen. Misschien kunnen studenten dan ergens in het eerste jaar op eigen initiatief (motivatieverhogend) een toets maken. Rekening houden met individuele behoeften van studenten vraagt van docenten dat zij zich bewust zijn van de rol die taal speelt in het overbrengen en het begrijpen van de inhoud. Het gaat hierbij om zowel mondelinge als schriftelijke taal en taalgebruik in zowel studiemateriaal als colleges. 

We mogen ons doel niet voorbijschieten

Kortom, fijn dat er aandacht is voor academische woorden, dat we weten dat ze bestaan en dat studenten ze nodig hebben om succesvol te kunnen studeren. Met deze aandacht hopen we uiteindelijk het studiesucces van studenten te vergroten. We zijn er helaas nog niet met het aftoetsen op een moment dat meer dan de helft van de studenten de toets niet haalt. 

Begin met bewustwording en zet pas daarna de toets in als middel om studenten te laten zien wat ze beheersen nadat ze al langere tijd in aanraking zijn geweest met academische taal op de opleiding en dus weten wat het is en waarom het nuttig is. Alleen een toets afnemen leidt niet tot studiesucces; onderwijs waarin aandacht wordt besteed aan taalontwikkeling in (vrijwel) alle vakken wel.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK