Onderwijs over klimaatverandering vraagt meer dan theorie

Nieuws | door Ramon van Doorn
28 juli 2021 | Het onderwijzen over een complex probleem zoals klimaatverandering vraagt om meer dan theoretische kennis van docenten. Middels een cursus voor docenten in opleiding moeten scholieren al op het middelbaar onderwijs leren omgaan met dit soort vraagstukken.
Beeld: Linda Russ via Pixabay

Duurzaamheid en klimaatverandering zijn veelbesproken onderwerpen, ook onder studenten. Zo bleek uit een eerder gesprek met Nikki Trip, toenmalig voorzitter van Studenten voor Morgen, dat studenten de hoger onderwijsinstellingen oproepen tot meer aandacht voor duurzaamheid. Dat vond Trip echter niet genoeg; duurzaamheid en klimaatverandering zouden al in het basisonderwijs besproken moeten worden. Zo ver is het nog niet, maar onderzoekers van onder andere de Universiteit Utrecht zijn wel bezig geweest met onderzoeken hoe docenten in het middelbaar onderwijs klimaatverandering het best kunnen bespreken.

Volgens de onderzoekers is klimaatverandering een goed voorbeeld van een zogenaamd ongestructureerd probleem, complexe problemen die benaderd kunnen worden vanuit veel verschillende vakgebieden en die invloed hebben op veel verschillende onderdelen van onze samenleving. Daarnaast is nog veel onduidelijk over de beste oplossing voor het probleem, wat gepaard gaat met intensieve discussies en meningsverschillen tussen verschillende belanghebbenden.

Omgaan met complexe problemen

Voor docenten is het dus geen kwestie van puur theoretische uitleg geven over klimaatverandering, zeggen de onderzoekers. Studenten moeten ook competenties ontwikkelen die hen kunnen helpen bij het oplossen van dit soort complexe problemen. Voorbeelden hiervan zijn observatievaardigheden, nieuwsgierigheid en samenwerking met andere belanghebbenden. Daarnaast wordt denken in verschillende toekomstscenario’s als methode genoemd; daarmee kan een stappenplan gecreëerd worden aan de hand waarvan men naar zo’n toekomst toewerkt.

Meld u hier aan voor de ScienceGuide Nieuwsbrief

 

De onderzoekers geven toe dat dit extra druk legt op docenten, en hebben daarom een cursus genaamd EduChange ontwikkeld die docenten kan helpen. De cursus is ontwikkeld door tien docenten en docentenopleiders van universiteiten uit Nederland, Noorwegen, Malta en Tsjechië. Van alle vier de participerende universiteiten kunnen zes tot acht studenten die een opleiding volgen om docent te worden in vakken als aardrijkskunde, biologie of natuurkunde hieraan meedoen. Drie lichtingen studenten hebben reeds meegedaan en de onderzoekers publiceerden onlangs een artikel over de lessen die ze hieruit meenemen.

Bijkomend voordeel van de samenwerking tussen de vier participerende landen is dat de studenten met verschillende visies op het probleem van klimaatverandering in aanraking komen. Dit past bij de complexiteit van het vraagstuk. Ieder land kan andere drijfveren hebben om het probleem aan te pakken, en daarbij horen ook andere oplossingen. Hetzelfde geldt voor de verschillende vakgebieden waaruit de studenten komen; verschil in expertise leidt tot verschillende oplossingen, en de studenten leren problemen op al die manieren te bekijken.

Theorie en praktijk komt samen

In de eerste week van de cursus krijgen de studenten een training. Deze week bestaat uit colleges, workshops, veldwerk en sociale activiteiten. Na deze week krijgen de studenten de kans om het geleerde op een lokale middelbare school in de praktijk te brengen. Ze ontwerpen en geven daartoe twee maanden aan lessen, en komen daarna weer bij elkaar om hun ervaringen te delen. Deze ervaringen zijn niet alleen nuttig voor de studenten; ook de onderzoekers gebruiken dit om hun cursus te verbeteren. Na drie verschillende groepen studenten in evenveel jaar vonden de onderzoekers het tijd om hun bevindingen te publiceren.

De effectiviteit van de cursus is op vier manieren geanalyseerd. Als eerste werden posters die studenten voorafgaand aan de training gemaakt hebben geanalyseerd op karakteristieken van ongestructureerde problemen. De onderzoekers hebben er elf beschreven, maar hebben deze niet van tevoren met de studenten gedeeld.

Uit de analyse van de posters bleek dat de studenten maar drie tot zes van de elf karakteristieken gebruikten. Achteraf bleek dat de studenten wel op de hoogte waren van de andere karakteristieken, maar die simpelweg niet verwerkt hadden in hun poster. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de studenten deze misschien minder belangrijk vinden, en dat de cursus daar dus juist meer aandacht aan kan schenken.

Internationalisering leidt tot meerdere inzichten

De tweede analyse werd gedaan tijdens de cursus en via informele gesprekken met de docenten in opleiding. De onderzoekers hielden in de gaten wat de studenten leerden en hoe ze zich gedroegen tijdens dit leerproces. Na de training werd voor de derde analyse middels een online enquête getoetst hoe de studenten de training zelf ervaren hadden.

Uit deze analyses bleek dat de docenten in opleiding in hun eigen beleving het meeste geleerd hadden van het veldwerk. De studenten kregen daadwerkelijk te zien in hoeverre verschillende gebieden omgaan met klimaatverandering, en kwamen zo buiten hun comfort zone. Daarnaast merkten de studenten op dat colleges over de verschillende inzichten en meningen op het gebied van klimaatverandering verduidelijkten dat het niet alleen een probleem van kennis is. Er zijn veel redenen waarom klimaatverandering niet serieus genomen wordt, en het is belangrijk dat ook over te brengen aan een klas.

Dit inzicht namen de studenten mee in hun eigen lessen. Ze hebben goede voorbeelden gezien van de complexiteit van klimaatverandering en weten nu dat niet overal dezelfde oplossing gevonden kan worden. “Die informatie was niet nieuw voor mij,” kregen de onderzoekers als antwoord van een student, “maar ik heb me nu wel gerealiseerd dat we kinderen niet moeten vertellen dat het verhaal helemaal zwart-wit is. Klimaatverandering is een complex probleem, en we moeten dat duidelijk maken aan kinderen.”

Ook benoemden de docenten in opleiding dat de discussies met medestudenten en docenten erg leerzaam waren, misschien nog leerzamer dan de leerstof zelf. De internationale context betekende dat studenten meer inzicht kregen in de verschillen en overeenkomsten tussen educatie in andere landen – iets wat zeker met een internationaal onderwerp als klimaatverandering alleen maar positief kan zijn. Daarnaast merkte één student op dat de kennis over de internationale context juist helpt om focus op de lokale context aan te brengen, iets wat voor leerlingen heel handig kan zijn.

Educatie kan zelf ook complex zijn

Als laatste werden de lessen van de Nederlandse en Noorse studenten geanalyseerd op de karakteristieken van ongestructureerde problemen. Deze lessen werden gemaakt na de training, zodat hiermee gekeken kon worden of de studenten de juiste competenties geleerd hebben om ongestructureerde problemen op te lossen.

Ook hier bleken niet alle karakteristieken van ongestructureerde problemen meegenomen te worden. Volgens de onderzoekers kan dit te maken hebben met de te korte lengte van de lessenserie, waardoor alleen de belangrijkste karakteristieken aan bod konden komen. Wel werden probleemoplossende vaardigheden toegepast, al kwam dat in de ene lessenserie meer terug dan in de andere. Zo moesten leerlingen in de ene lessenserie zelf oplossingen bedenken voor een klimaatprobleem, en kregen leerlingen in andere lessenseries juist meer voorbeelden uit de praktijk te zien.

De onderzoekers merken echter op dat ze zelf ook niet zeker wisten welke aanpak de beste is. Zo weten ze niet zeker of docenten moeten onderwijzen over het oplossen van ongestructureerde problemen of dat ze alleen moeten onderwijzen over het concept van ongestructureerde problemen. Ook over de oplossingen zijn immers veel verschillende opvattingen die per locatie en zelfs per school kunnen verschillen. Verder zijn de oplossingen niet te leren middels één vak; het vereist juist veel samenwerking en professionalisering van allerlei docenten binnen een school.

De onderzoekers hebben er daarom voor gekozen zich vooral te richten op het concept van ongestructureerde problemen. Uit dit proces concluderen de onderzoekers dat het onderwijzen van klimaatverandering in wezen ook als ongestructureerd probleem gezien kan worden. Manieren om klimaatverandering in alle complexiteit te behandelen in het middelbaar onderwijs kunnen daardoor niet overal op dezelfde manier gebruikt worden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK