Engels grote drempel voor havisten en mbo’ers

Nieuws | door Janneke Adema
27 september 2022 | Engels is een belangrijke drempel voor havisten en mbo’ers in hun studiekeuze, blijkt uit een rapport van de Inspectie van het Onderwijs. Vwo’ers zien juist sneller af van studies die extra kosten met zich meebrengen. Volgens de Inspectie moeten instellingen en scholen zich bewust zijn van de factoren die meespelen bij onbedoelde zelfselectie in het hoger onderwijs.
Beeld: Redd (Unsplash)

Naar aanleiding van de Motie Van den Hul (2019) deed de Inspectie van het Onderwijs onderzoek naar onbedoelde zelfselectie. Volgens Van den Hul bestaat er een onzichtbare groep jongeren die wel talent heeft om te studeren, maar vooralsnog afziet van een studie. Uit het onderzoek blijkt dat Engels als instructietaal de grootste drempel is voor havisten en mbo-studenten om voor een opleiding te kiezen. Voor vwo’ers vormen hogere kosten de belangrijkste belemmering in hun studiekeuze. Alle onderzochte groepen kozen daarnaast minder vaak voor een opleiding met een selectiemoment tijdens de examenperiode. 

Complex en onbewust 

Het onderzoek bestond uit een vragenlijst en een vignettenonderzoek. Het eerste deel bestond uit vragen naar de achtergrond, persoonlijkheid en ervaringen van de respondenten. In het tweede deel kregen de respondenten vignetten voorgelegd; hypothetische situaties en de vraag hoe groot de kans is dat ze een bepaalde keuze zouden maken. In dit geval kregen de scholieren en studenten vier opleidingen voorgelegd, waar kenmerken zoals de kosten, de taal, de omvang en de selectiemethode werden gevarieerd. De respondenten gaven voor iedere studie aan hoe groot ze zelf de kans achtten dat ze zich voor de studie zouden aanmelden. 

De onderzoekers kozen voor deze methoden omdat zelfselectie een complex en vaak onbewust proces is. Het is moeilijk om de relevante factoren te identificeren met directe vragen. In het onderzoek werden de respondenten daarom eerst gevraagd naar factoren zoals de sociaaleconomische achtergrond van hun ouders of een eventuele leenaversie om vervolgens te kijken of deze studenten andere keuzes maakten. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De nieuwsbrief is exclusief toegankelijk voor abonnees en medewerkers van onze partners.

De vragen werden voorgelegd aan havo-5 en vwo-6 scholieren en mbo-4 studenten, die hun keuze voor het hoger onderwijs nog moesten maken. Ruim 2.500 respondenten deden mee aan het onderzoek. 

Twijfelen over Engels 

Uit het onderzoek blijkt dat Engels als instructietaal de grootste drempel is voor havisten en mbo’ers; de kans dat deze respondenten voor een Engelse studie kozen was vijftien procentpunt lager dan voor Nederlandse studies. Dit effect was groter dan voor opleidingen met een strenge BSA-norm, opleidingen die extra kosten met zich meebrengen en opleidingen met een selectie. In deze groepen kwam zelfselectie bij Engelse studies ook vaker voor onder vrouwen.  

De drempel van Engelstalig onderwijs was minder hoog voor mbo’ers en havisten met een niet-westerse achtergrond dan met een Nederlandse achtergrond. Dit is opvallend omdat het CDHO onlangs verklaarde dat hbo-Masters vaak bewust in het Nederlands worden aangeboden om deze toegankelijker te maken voor studenten met een migratieachtergrond die twijfelen over hun niveau Engels.  

Meer ruimte voor voorzieningen 

Voor vwo’ers vormde Engels als instructietaal een veel minder hoge drempel. De belangrijkste factor voor zelfselectie voor deze groep is extra kosten. Een studie kan meer kosten door bepaalde studiematerialen of excursies en studiereizen. University Colleges en hbo-instellingen zoals hotelscholen en business schools kunnen daarnaast meer collegegeld vragen, waardoor dat bij sommige studies tot wel twee keer zo hoog is. Dit effect is het grootst bij vwo’ers die ouders hebben met een laag inkomen, die ooit zijn blijven zitten en die examenstress hebben. Het effect van extra kosten voor mbo studenten was even groot als een Engelse instructietaal. 

Nog een opvallende bevinding was de voorkeur voor studenten met een psychische of lichamelijke beperking. Zij gaven aan minder snel voor een opleiding te kiezen als deze heel groot was. Mogelijk verwachten zij dat bij kleinschaligere opleidingen er meer ruimte is voor extra voorzieningen.  

Zelfselectie verschilt per drempel 

Daarnaast richtte het onderzoek zich op het effect van verschillende selectiemethoden. Voor alle groepen was de timing van de selectie de belangrijkste factor voor zelfselectie. Wanneer het selectiemoment in de examenperiode valt, kiezen minder studenten ervoor zich überhaupt aan te melden. Havisten en vwo’ers met hoogopgeleide ouders hebben hier het meeste last van; mogelijk vinden deze ouders het belangrijker dat hun kind de examenperiode zonder interrupties doorkomt. Ook respondenten met leenangst kozen minder vaak voor een studie waarvan de timing van de selectie ongunstig valt. 

Al met al verschilt het per drempel en per groep welke achtergrond- en persoonlijkheidskenmerken ertoe doen. Bij havo- en vwo-scholieren deden persoonlijkheidskenmerken zoals leenaversie of faalangst er vaker toe, terwijl bij mbo-studenten achtergrondkenmerken zoals een eventuele migratieachtergrond en het opleidingsniveau en inkomen van de ouders vaker meespeelden. 

Consequenties 

In het kader van kansengelijkheid is het belangrijk dat opleidingen zich bewust zijn van de risico’s op zelfselectie, stellen de onderzoekers. Opleidingen schrikken aspirant-studenten af, terwijl zij wel gekwalificeerd zijn. Het is daarbij belangrijk om de vooropleiding van de studenten mee te wegen. Vooral het hbo richt zich per slot van rekening op een diverse groep: mbo’ers, havisten en vwo’ers. Het is logisch dat al deze groepen door verschillende factoren beïnvloed worden, terwijl de opleidingen vaak een one size fits all-benadering hebben. 

Sommige redenen voor zelfselectie zijn op te lossen met meer begeleiding of cursussen, maar andere factoren, zoals gender, migratieachtergrond en opleidingsniveau van de ouders, liggen vast. Volgens de onderzoekers zou een eventuele aanpak zich daarom moeten richten op bewustwording bij instellingen en scholen. Een middelbare school of ROC kan van tevoren inventariseren hoeveel studenten of scholieren met risico op zelfselectie er zijn en passende programma’s implementeren. 

Het is niet altijd mogelijk voor opleidingen om bepaalde drempels mee te nemen. Engelstalige opleidingen zouden extra cursussen kunnen aanbieden en duurdere opleidingen kunnen meer aandacht besteden aan mogelijke beurzen en tegemoetkomingen.  “Het is van belang dat opleidingen zich bewust zijn van de consequenties”, schrijven de onderzoekers. “Selectie brengt zelfselectie met zich mee.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK