“Problemen in grensgebieden weliswaar regionaal, maar oplossingen ook”

Interview | door Michiel Bakker
10 mei 2023 | Een wisseling van de wacht in de bestuurskamer van Zuyd Hogeschool: voorzitter Luc Verburgh vertrekt naar de Verenigde Arabische Emiraten, André Postema volgt hem op. ScienceGuide sprak beide bestuurders over hun ervaringen, hun visie en de uitdagingen voor een hogeschool in een krimpregio.

“Toen ik hier zes jaar geleden aantrad, was Zuyd een prima hogeschool. Er waren één of twee opleidingen waar de kwaliteit omhoog kon, maar geen lijken in de kast en de financiën waren op orde”, blikt Verburgh terug op zijn komst zes jaar geleden. De organisatie kon wel wat focus gebruiken. “Er werd heel veel gedaan, een beetje als ‘duizend bloemen bloeien’. In de strategie hebben we daarom geprobeerd om meer kracht te geven aan kwaliteiten die Zuyd al had – bijvoorbeeld betrokkenheid op de student.” 

Het deed de NVAO in 2021 concluderen dat Zuyd passie heeft voor de ontwikkeling van studenten. Onder Verburghs bestuursvoorzitterschap is daarop nog sterker gericht. “Dat betekent dat je meer tijd vrijmaakt om die passie te ontwikkelen, om docenten te ontzorgen – maar ook om als eerste hogeschool het bindend studieadvies af te schaffen.” 

Lectoraten ondergebracht in academies 

Voor docenten heeft zo’n thema gevolgen. “We hadden mensen die zeiden: ‘ik hou van chemie en ik wil graag scheikunde geven’. Prima dat je passie hebt voor je vak, maar uiteindelijk gaat het erom wat de student daarmee gaat doen.” Zuyd startte daarom het programma ‘Succesvol Studeren’ om uitval en studievertraging te verminderen. Dat wierp vruchten af. Later volgden ‘Succesvol Begeleiden’ en ‘Succesvol Teamwerken’.  

Vandaaruit nam Zuyd het besluit om faculteiten op te splitsen in academies rond brede bacheloropleidingen. Om het onderwijs en onderzoek beter te integreren werden de lectoraten binnen deze academies ondergebracht. “Dat bevordert het gemeenschapsgevoel en de betrokkenheid van studenten”, aldus Verburgh. Makkelijk was het echter niet altijd. “Er waren lectoren die het liefst in een kamer zaten en fundamenteel onderzoek deden. ‘Nee’, hebben wij gezegd, ‘het moet praktijkgericht zijn’. Ons onderzoek moet verbonden zijn met de praktijk en het onderwijs.” 

Zuyd als university of impact 

Er is dus niet ongelooflijk veel veranderd, vindt Verburgh als hij terugkijkt. Wel noemt hij de verbinding met en impact in de regio als een belangrijk geworden focus in de afgelopen jaren. Als een van de voorbeelden geldt de City Deal Kennis Maken zoals die in Limburg wordt uitgevoerd. “Daar krijgen we per jaar duizend studenten van verschillende opleidingen bij elkaar. Ook de lectoraten worden daarbij betrokken. Dan merk je dat je impact hebt. Zo zeg ik het ook weleens plagend aan sommige tafels: wij zijn geen research university, wij zijn een university of impact.” 

Het lectoraat Preventive Law, dat de rechtsgeleerdheid benadert vanuit een ‘voorkomen is beter dan genezen’-aanpak, is een ander voorbeeld van impact. “Daar wordt samen met studenten schitterend onderzoek gedaan, en dat onderzoek landt via een legal lab ook nog eens in het werkveld. Ik gun elke academie of cluster van academies zo’n type werkvorm.” 

Verbinding tussen hbo, mbo en wo 

Verbinding met de regio betekent ook verbinding tussen hbo, mbo en wo. “Als je ver weg bent van Den Haag, is het deels logisch dat je elkaar opzoekt en helpt, maar het is geen natuurlijk gegeven.” Bij zijn aantreden sprak Verburgh met bestuurders van de Universiteit Maastricht over de toegankelijkheid van hun master-programma’s voor afgestudeerde Zuyd-studenten. “Het was toen voor ons de vraag of we zelf allerlei masters moesten ontwikkelen of dat onze studenten relatief eenvoudig zouden kunnen doorstromen naar de UM.” 

Tegenin de landelijke trend van strengere selectie stond de Universiteit Maastricht open voor een doorstroomprogramma met minoren die Zuyd-alumni de mogelijkheid geven om zonder pre-master aan een master-opleiding bij de naburige universiteit te beginnen. Met mbo-instellingen heeft Zuyd soortgelijke regelingen – tot aan het ‘delen’ van docenten toe. 

“Met die partnerschappen versterken we de impact op de regio, en dat is uiteindelijk waarvoor we het doen. Er wordt weleens iets gezegd over de verknooptheid in Limburg; iedereen kent iedereen. Dat is overigens in Rotterdam niet anders. Het is vooral de vraag hoe je met die verknooptheid omgaat. Ik denk dat wij de kansen ervan benutten en die impact heel aardig vormgeven met elkaar.” 

We moeten iets doen aan waardering voor hbo-opleidingen 

Tegelijkertijd merkt ook Zuyd dat sommige vwo-scholieren liever voor de universiteit dan voor een hogeschool kiezen. “Dat verschijnsel doet zich ook hier voor”, weet André Postema, op dit moment collegelid en per 1 juni collegevoorzitter van Zuyd. “Ik deel de analyse van Ron Bormans dat we daarom iets moeten doen aan de waardering van onze opleidingen. Het is mooi dat ons binaire systeem iets te kiezen geeft, maar als een universitair diploma zoveel hoger in aanzien staat, is dat schadelijk: universiteiten worden overlopen, en wij komen met onze mooie infrastructuur in de knel.”  

Dat betekent niet dat hogescholen maar op universiteiten moeten gaan lijken, benadrukt hij. “Het is vooral zaak dat de student ermee gediend is. Voor sommige studenten is een hogeschool een veel fijnere omgeving; daar wordt meer naar je gekeken, het kan er veiliger voelen, en je leert de praktijk beter kennen. Dat moeten we bij hun studiekeuze duidelijker maken.” 

Calimero-houding bij Zuyd

De liefde van Zuyd voor de regio is gelukkig wederzijds. Zo heeft Zuyd relatief veel bijzondere lectoraten. “Dat toont dat de regio ons omarmt als partij om zaken mee te doen”, aldus Verburgh. “Die lectoraten worden vanuit het werkveld bekostigd en bemenst. Dat is de fase waarin we zijn terechtgekomen: ook het werkveld neemt het initiatief om onderwijs, onderzoek en praktijk te verbinden.” 

Toch nam men bij Zuyd vaak een Calimero-houding aan, heeft Verburgh gezien. “Misschien hebben ze daarom iemand uit Rotterdam aangenomen. Toen minister Van Engelshoven hier drie jaar geleden op bezoek was, heb ik haar voorgehouden dat de problemen waarmee wij en andere hogescholen in de grensgebieden te maken hebben weliswaar regionaal zijn, maar de oplossingen ook.” 

Pleidooi voor regionale differentiatie in bekostiging 

Betuig daarom niet alleen adhesie aan de regio, maar handel er ook naar, roept Postema op. “Zorg voor regionale differentiatie. Randstedelijke regio’s zijn wezenlijk anders dan de verschillende perifere regio’s. Die moet je dus niet op dezelfde manier bedienen. Ik hoop van harte dat we straks nieuw beleid krijgen dat regionaal gekleurd is – niet alleen in de bekostiging, ook in het toestaan van samenwerkingsrelaties. Het kan dat de studentenstroom in Amsterdam over de schoenen loopt, maar hier zitten we in een krimpregio. Wij hebben een heel andere dynamiek te adresseren.” 

Wellicht komt dat neer op regionaal maatwerk in de bekostiging, beseffen beide bestuurders. “Dat vraagt een meer inhoudelijke in plaats van een getalsmatige afweging”, aldus Verburgh. “Wat wil je wel en wat niet realiseren? Tegelijkertijd kun je moeilijk zeggen dat we vooral verpleegkunde en techniek moeten oppakken. Wil je aantrekkelijk zijn voor studenten en de regio, dan heb je ook economische, financiële en cultuuropleidingen nodig.”  

De Vereniging Hogescholen zal OCW binnenkort voorstellen om elementen zoals de kwaliteitsmiddelen en onderzoeksbekostiging op te nemen in de vaste voet van de instellingsbekostiging. “Een onderzoeksbekostiging moet niet afhankelijk zijn van het aantal studenten; of er bij een opleiding Verpleegkunde nu vijftig of driehonderd studenten instromen, het praktijkgericht onderzoek moet hoe dan ook plaatsvinden. Als je de effectiviteit van de gezondheidszorg in deze regio wilt vergroten, kun je niet zeggen: ‘we laten het denkwerk over aan Amsterdam, hier voeren we het alleen uit’.” 

Krimp brengt opleidingen Zuyd in gevaar 

Voor Zuyd is deze kwestie prangend. Blijft de bekostiging zoals nu vooral gebaseerd op studentenaantallen, dan komt de continuïteit van sommige opleidingen mogelijk in gevaar. “Dan hebben we het bijvoorbeeld over de opleiding Applied Science, die op de Chemelot Campus zit en daar prachtige laboratoria heeft”, zegt Postema. Applied Science, dat voor de regio Limburg met haar omvangrijke chemische industrie van groot belang is, is voor de Zuyd-bestuurders een toonbeeld van de verwevenheid van onderzoek en onderwijs bij Zuyd. “Daar weten studenten en docenten als het ware niet meer of ze bezig zijn met onderwijs of onderzoek; die twee lopen integraal doorheen elkaar en het curriculum.” 

Dat succesverhaal staat nu onder druk. Waar Zuyd en partners uitgingen van 130 studenten per jaar, ligt die instroom nu op ongeveer 70. “Gelukkig voelen bedrijfsleven en de provincie het belang hiervan en springen ze bij,” vertelt Verburgh, “maar het geheel leunt nu te veel op subsidies van organisaties die niet per se hiervoor zijn. Nu helpt de regio ons nog, maar op de lange termijn moeten we de zaak echt kantelen.” 

Aantal duale opleidingen zal toenemen 

Waar de vertrekkende bestuursvoorzitter geen grote veranderingen ziet als hij omkijkt, ziet de aantredend bestuursvoorzitter evenmin grote veranderingen als hij vooruitkijkt. “We hebben eerst een aantal additionele opgaven, bijvoorbeeld een flinke huisvestingsopgave. We willen bijvoorbeeld verhuizen naar een pand in het centrum van Heerlen, maar dat gaat over meer dan stenen alleen. Welke programma’s willen we daar ontwikkelen? Hoe kunnen we bijdragen aan de vitalisering van Heerlen als stad? Hoe kunnen we de stad als living lab gebruiken?”, somt de nieuwe bestuursvoorzitter wat vragen op.  

“Daarbij is evengoed de vraag hoe we studenten kunnen meenemen in allerlei fasen van het ontwerp van een nieuw gebouw, bijvoorbeeld waar het duurzaamheid betreft. Wij moeten ook een living lab voor onszelf zijn.” 

Daarnaast voorziet hij vanwege de krapte op de arbeidsmarkt een toename aan duale opleidingen. Zuyd is al bezig met zo’n traject in de accountancy, dat tegelijkertijd moet werken tegen ‘groenpluk’; daarbij proberen bedrijven studenten al aan het werk te krijgen voordat die hun diploma hebben behaald.  

“In zo’n overeenkomst staat, met de handtekening van de werkgever erbij, dat een student nominaal studeert in een duaal traject”, legt Postema uit. “Er wordt dus gewoon op de werkvloer en bij de klant geleerd. Voor een beroepsopleiding is dat goud. De ontwikkeling van de student en daarmee de bijdrage aan de regio blijven centrale thema’s de komende jaren. Er is genoeg te doen en ook genoeg om op voort te bouwen.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK