Hogescholen willen 400 miljoen euro extra, universiteiten willen nieuw bekostigingsmodel 

Nieuws | de redactie
9 augustus 2023 | Het hbo heeft structureel 405 miljoen euro extra nodig voor praktijkgericht onderzoek, door krimp bedreigde opleidingen en het tegengaan van uitval bij beginnende werknemers. Dit is te lezen in het Verkiezingsmanifest van de Vereniging Hogescholen. In een soortgelijk manifest vraagt koepelorganisatie Universiteiten van Nederland een ander bekostigingsmodel, modernisering van de WHW en de vrijheid om zelf te bepalen hoeveel buitenlandse studenten ze aantrekken. Ze lijken meer buitenlandse studenten te willen.
De Hoftoren in Den Haag die het ministerie van OCW huisvest.

De verkiezingen komen eraan, dus politieke partijen zijn druk bezig met het opstellen van hun verkiezingsprogramma’s. Hogescholen en universiteiten hebben middels verkiezingsmanifesten laten weten wat hun wensen zijn.

Het hbo moet structureel 200 miljoen euro voor praktijkgericht onderzoek krijgen, vindt de Vereniging Hogescholen (VH). Dat is een verdubbeling van het huidige budget. “Willen we echt als innovatief land voorop blijven lopen, en doelen bereiken op de terreinen van de grote maatschappelijke uitdagingen, dan moeten (beleids)ideeën ook worden omgezet naar praktische oplossingen”, betoogt de koepel in het verkiezingsmanifest. Daartoe is volgens hen een verdubbeling van de capaciteit van praktijkgericht onderzoek nodig. 

Leg regionale beschikbaarheid hogescholen wettelijk vast 

Ook het in stand houden van door krimp bedreigde relevante opleidingen vergt extra investeringen: 100 miljoen euro per jaar. “Kleine en kwetsbare maatschappelijk relevante opleidingen moeten in stand worden gehouden, bijvoorbeeld chemische technologie, civiele techniek, en bepaalde tweedegraadslerarenopleidingen, zoals wiskunde”, schrijft de koepel. Eerder bleek al dat het met de instroom bij civiele techniek zorgelijk gesteld is.  

“Hogescholen willen met een sectorplan, met scherpe keuzes over taakverdeling en profilering, de niet-rendabele, maar hoognodige opleidingen in stand houden”, aldus de VH. “Hiervoor is jaarlijks 100 miljoen nodig.” 

Die inspanning sluit aan op de overtuiging dat jongeren overal in Nederland een beroepsopleiding bij een hogeschool moeten kunnen volgen. Zo kunnen studenten dichtbij huis terecht en kunnen werkgevers in de regio makkelijker personeel vinden. De Vereniging Hogescholen wil die ‘regionale beschikbaarheid’ zelfs verankerd zien in de Wet op hoger onderwijs.  

Uitval beginnende werknemers tegengaan 

Opvallender zijn de wensen die met uitval van studenten te maken hebben. De gevraagde 30 miljoen euro om het studentenwelzijn te verbeteren is niet verrassend; de vraag om 75 miljoen euro voor het tegengaan van uitval onder beginnende werknemers is dat wel.  

“Bij zowel recent afgestudeerden als bij hun werkgevers bestaat een groeiende behoefte aan begeleiding op de werkvloer. Dit is in de tekortsectoren onderwijs en gezondheid al onderkend, maar ook in andere sectoren is er een relatief grote uitval in de eerste werkzame jaren van de afgestudeerden”, schrijft de koepel. “Steeds meer worden hogescholen gevraagd startende professionals nog te begeleiden na hun afstuderen.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Daarom moet er een plan komen om alumni in de eerste jaren na afstuderen te blijven begeleiden vanuit de hogeschool, vindt de VH. Datzelfde moet gelden voor studenten die bijvoorbeeld tijdens hun studie een start-up hebben opgezet. Zij moeten na hun afstuderen ondersteuning kunnen krijgen vanuit hun voormalige opleiding.  

De Vereniging Hogescholen vraagt daarvoor structureel jaarlijks 75 miljoen euro. Dat geld lijkt echter niet het onderwijs maar veeleer het bedrijfsleven te dienen. Daarmee oogt het in eerste instantie als publiek geld dat via hogescholen meteen naar private partijen gaat.  

Capaciteitsplafond universiteiten 

De Vereniging Hogescholen hamert op een scherper onderscheid tussen wo en hbo. Beroepsopleidingen horen op het hbo, klinkt het. “Geborgd moet worden dat hogescholen de verantwoordelijkheid hebben voor het onderwijs dat leidt tot de hoogst opgeleide beroepsbeoefenaren: denkende doeners en doenende denkers.” Daarom moet worden gewaakt voor overlap in het onderwijsaanbod.  

UNL lijkt het daarmee eens te zijn. In een recent gepubliceerde toekomstverkenning richting 2040 pleit een commissie vanuit de koepel voor een capaciteitsplafond van 350.000 wo-studenten. Dat is vijftien procent minder dan het aantal van 400.000 wo-studenten dat in 2040 middels autonome groei zal zijn bereikt. Die vijftien procent kan dan naar het hbo, want veel wo-studenten komen beter tot hun recht op een hogeschool, aldus die commissie.  

In het verkiezingsmanifest van UNL, waarin veel elementen uit de toekomstverkenning zijn verwerkt, pleit de koepel zelfs voor het aanpassen van de eindtermen voor havo en vwo, “waarbij havo meer gericht is op de beroepspraktijk, en vwo meer gericht op wetenschappelijke vaardigheden”.  

Gevolgen voor toegankelijkheid 

Universiteiten moeten vooral meer vrijheid krijgen, betoogt UNL – bijvoorbeeld als het gaat om profilering en het bepalen van omvang. De bekostigingssystematiek van de afgelopen tijd, die vooral aanzet tot groei en concurrentie en onderzoeksbekostiging niet gelijkmatig laat stijgen met onderwijsbekostiging, is volgens de koepel aan vervanging toe. Capaciteitsbekostiging wordt als een goed alternatief gezien. Daarbij wordt de omvang van een studentpopulatie per opleiding, instelling of sector vooraf bepaald en als basis voor bekostiging genomen.  

Hoewel dat de bekostiging stabieler maakt, heeft het gevolgen voor de toegankelijkheid, blijkt tussen de regels door. “In dat systeem kunnen universiteiten daarnaast gericht sturen op het aantal (internationale) studenten dat zij opleiden. Dit betekent onder meer dat universiteiten, net als in veel andere West-Europese landen, aspirant-studenten kunnen doorverwijzen naar een andere opleiding wanneer ze zich aanmelden voor een opleiding die de maximale capaciteit bereikt heeft”, staat in het verkiezingsmanifest. 

Universiteiten lijken meer buitenlandse studenten te willen 

Hoe die schaarste verdeeld zal worden, wordt niet besproken. Wel blijkt uit de toekomstverkenning dat universiteiten het aandeel buitenlandse studenten idealiter zien stijgen. “Gemiddeld genomen had de top 100 universiteiten volgens de Academic Ranking of World Universities (ARWU) in 2023 30 tot 40 procent internationale studenten. Dit komt overeen met het percentage dat als ideaal wordt beschouwd vanuit het perspectief van de international classroom”, staat in de toekomstverkenning.  

Dit jaar vormen buitenlandse studenten ongeveer een kwart van de studentpopulatie Nederlandse universiteiten. Een toename van dat aandeel vergt waarschijnlijk een toename van het Engelstalig onderwijs aan Nederlandse universiteiten. Met het wetsvoorstel ‘Internationalisering in balans’ probeert demissionair minister Dijkgraaf die verengelsing juist te corrigeren. 

UNL bepleit echter dat universiteiten het vertrouwen moeten krijgen om zelf te sturen op de aantallen buitenlandse studenten.  

Universiteiten willen huidig bsa behouden 

Een modernisering van de Wet op hoger onderwijs (WHW) staat hoog op het verlanglijstje van de universiteiten. “De huidige wetgeving met betrekking tot hoger onderwijs en onderzoek dateert voornamelijk uit de vroege jaren ‘90. Om adaptieve universiteiten te transformeren naar flexibele en toekomstgerichte instellingen, is het noodzakelijk dat het ministerie zorgt voor wetgeving die gericht is op de toekomst”, staat in de toekomstverkenning. Vooral de regeldruk en de stapeling van wetgeving hindert de universiteiten. 

UNL geeft geen expliciet kostenplaatje, maar betoogt wel dat het pad naar de Lissabon-norm (drie procent van het bbp investeren in kennis en ontwikkeling) onverminderd bewandeld moet worden. Volgens de koepel vergt dat onder meer continuering van de investeringen die het huidige kabinet heeft gedaan.  

Verder willen de universiteiten het bsa behouden in de huidige vorm. Minister Dijkgraaf besloot, conform het coalitieakkoord, dat de bsa-norm integraal verlaagd moet worden. Daartegen kwam veel verzet, met name vanuit universiteiten.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK