Academici werken één dag per week gratis 

Onderzoek | de redactie
7 juni 2023 | De gemiddelde wetenschapper wordt voor 40 uur per week betaald maar werkt 48 uur. Bij bèta’s en hoogleraren ligt dat gemiddeld nog hoger, blijkt uit onderzoek van ScienceGuide naar het Erkennen en Waarderen-programma. Sommige academici vrezen dat het programma de werkdruk alleen maar verhoogt en de grens tussen hbo en wo vervaagt doordat competitie verloren gaat.
Beeld: Diane Serik

Academici werken gemiddeld structureel één dag in de week extra. Dat blijk uit onderzoek van ScienceGuide naar het draagvlak voor het Erkennen en Waarderen-programma.

Academici werken gemiddeld 48 uur per week

Waar de respondenten gemiddeld een 40-urig contract hebben, kosten de drie gehanteerde deelgebieden van hun aanstelling (onderzoek, onderwijs en overig) hen elk zo’n twee dagen. Ze besteden in de praktijk gemiddeld 17 uur aan onderzoek, 16 uur aan onderwijs en 15 uur aan overige activiteiten. Daarmee maken ze een gemiddelde werkweek van 48 uur – een werkdag meer dan hun contractuele aanstelling.

Hoewel alle deelgebieden hen ongeveer evenveel tijd kosten, berust de beoordeling van het functioneren van academici voor 57 procent op onderzoek, voor 23 procent op onderwijs en voor 20 procent op overige zaken.

Veel onbetaald werk bèta’s en hoogleraren 

Bèta-wetenschappers werken gemiddeld nog meer onbetaald dan hun collega’s uit andere sectoren. Hun gemiddeld aantal daadwerkelijk gewerkte uren komt op 50. Daarvan wordt 19 uur besteed aan onderzoek, 17 uur aan onderwijs en 14 uur aan overige taken. Overigens geven bèta-wetenschappers gemiddeld aan ook onder het Erkennen en Waarderen-programma bereid te zijn tot vrij veel overwerk.

Afbeelding 1: Daadwerkelijk gewerkte aantal uren en verdeling daarvan. 

Wordt onderscheid per functie gemaakt, dan zijn het hoogleraren die bovengemiddeld veel onbetaalde arbeid verrichten: maar liefst 11 uur per week. Gemiddeld werken zij 51 uur per week; 19 uur daarvan besteden ze aan andere activiteiten dan onderzoek en onderwijs.

Academici vrezen schaap met vijf poten te moeten zijn 

Dan het Erkennen en Waarderen-programma zelf. Academici zijn gemiddeld positief over de wetenschapscultuur onder Erkennen en Waarderen, bijvoorbeeld over de grotere nadruk op samenwerking en de sociaal-psychische veiligheid die het programma voorstaat. Tegelijkertijd leven er zorgen over het effect op de werkdruk.

Academici moeten geen schapen met vijf poten worden, is in visiedocumenten en toespraken al meermaals benadrukt. Toch vrezen sommige academici juist dat scenario. “Het idee achter E&W is goed, maar als we andere aspecten van onze academische aanstelling daadwerkelijk willen erkennen (bv. samenwerking en impact), dan moeten we de verwachtingen van de andere aspecten (d.w.z. onderwijs, beursaanvragen en onderzoek) verlagen. Anders verhogen we de werkdruk alleen maar”, laat een respondent optekenen.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Een respondent met eenzelfde zorg noemt het Erkennen en Waarderen-programma “slechts een papieren exercitie” met een uitwerking die eerder tot meer dan minder werkdruk, concurrentie, papierwerk en controle leidt. Daarnaast waarschuwen meerdere academici dat het programma een vork met veel te veel hooi is. Zij bepleiten bijvoorbeeld om het slechts tot het HR-beleid van universiteiten te beperken.

“In Erkennen en Waarderen moet worden erkend dat niet alles op te lossen is met een tovermiddel van een programma. Te vaak worden thema’s met elkaar verbonden en door elkaar gehusseld. Wetenschapsbeoordeling en psychische veiligheid en inclusie zijn echt andere domeinen in de werkcultuur. In beide zijn verbeterslagen te maken, maar E&W is niet een oplossing voor alles.”

Erkennen en Waarderen vervaagt grens tussen wo en hbo 

Het Erkennen en Waarderen-programma zelf kan echter nog verbetering gebruiken, vinden veel respondenten. Zo wordt door 35 academici aangegeven dat de implementatie beter kan, zien 34 respondenten graag een andere omgang met evaluatiecriteria en vrezen 17 respondenten dat het programma te veel subjectiviteit en willekeur toelaat.

“Je blijft veel te afhankelijk van de toevallige persoon die je beoordeelt (zowel bij promoties als bij grants) in het ‘old boys network’.

Het probleem van subjectiviteit ligt voor sommigen precies bij de evaluatiecriteria. “Hoe meet je ‘samenwerken’ en ‘leiderschap’?”, schrijft een respondent. “Dit zal tot vriendjespolitiek leiden binnen de universiteiten en daardoor tot een onveiligere werkomgeving (en dat op de al bestaande machtsverhoudingen).”

Het loslaten van onderzoek als belangrijkste evaluatiecriterium betekent ook een grensvervaging ten opzichte van het hbo, schrijven meerdere respondenten. Juist de competitie binnen de huidige wetenschap en het feit dat wetenschappelijk personeel goed onderzoek doet en dat kan overdragen aan studenten onderscheidt de universiteit van een hogeschool, vinden zij.

Dit moet je in de conservatieve wetenschapscultuur niet proberen 

De kans dat het Erkennen en Waarderen-programma geen doorgang vindt, wordt door de helft van de respondenten nihil of onwaarschijnlijk geacht. Zo wijzen respondenten op het feit dat bestuurders hun naam eraan verbonden hebben, en dat het alleen daarom al doorgang zal vinden. 

Zo’n tweederde van de respondenten acht het echter mogelijk of zelfs waarschijnlijk dat het E&W-programma niet doorgaat. Twee procent weet dat zelfs zeker. Opnieuw wordt door respondenten gezegd dat het programma te veel in één keer wil veranderen. “Dat moet je in een conservatieve cultuur zoals de wetenschap niet proberen”, merkt een respondent op.

“Ik acht het vrij aannemelijk dat Erkennen en Waarderen geen doorgang vindt, of dat het doorgang vindt in zeer afgezwakte vorm. De mensen die profiteren van het huidige systeem omdat ze er goed in passen, zijn de mensen die invloed hebben op het beleid, en zij zien er niet altijd heil in. Mensen met andere kwaliteiten, die wel nuttig zijn in de academische wereld en dus zouden worden gewaardeerd door E&W, zijn al uitgevallen of komen nooit hoog genoeg op de ladder om het beleid actief te beïnvloeden.

De overige zeventien procent denkt dat het wel doorgang vindt, maar slechts in verwaterde vorm. Daarnaast voorzien zij een lang proces. Het veranderen van gedragspatronen die decennialang zijn ingesleten, vergt minstens een geheel nieuwe generatie, schrijven meerdere respondenten.

“Het zal vele jaren duren voordat de nieuwe mindset dominant wordt. Er zal niet veel veranderen voordat een volledige generatiewisseling plaatsvindt.”

Erkennen en Waarderen als dekmantel voor onderfinanciering 

De grootste problemen in de wetenschap worden door het Erkennen en Waarderen-programma niet opgelost, benadrukken meerdere respondenten. Daarbij noemen ze de “extreme hiërarchie”, de “sociale veiligheid” en “het financieringsmodel”. Die zouden effectiever ten goede kunnen veranderen middels financieringsinstrumenten zoals de rolling grant, merkt een respondent op. 

“E&W komt op mij (deels) over als een bestuurlijke truc om het niet te hoeven hebben over structurele onderfinanciering, overwerk, en andere misstanden aan de universiteit.” 


Dit is het derde artikel over ons onderzoek naar de houding van academici jegens het Erkennen en Waarderen-programma. Het eerste artikel (over het algemene draagvlak) en het tweede artikel (over verhoudingen tussen wetenschappelijke taken en de invloed van E&W op de wetenschap) vindt u onder de hyperlinks. 

Een verantwoording van en meer informatie over het onderzoek vindt u onderaan het eerste artikel


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK