Sociale en geesteswetenschappen zoeken toenadering tot commissie Van Rijn

Nieuws | door Sicco de Knecht
16 januari 2019 | In de strijd om de verdeling van de taart die bekostiging heet melden steeds meer partijen zich bij de commissie Van Rijn. In een brief aan de commissie stelt een aantal decanen en rectoren uit het sociale en geesteswetenschappelijke domein dat het uitgangspunt van de commissie, het CHEPS-rapport, grote omissies bevat.
Foto: Son of Groucho

In het zero sum game dat bekostiging heet lijkt het soms ieder voor zich. Toch is er binnen de vakgebieden wel degelijk samenwerking. Zo openden de technische universiteiten onlangs gezamenlijk de aanval op de middelen van de geneeskundigen. Volgens hen is de bekostiging van de UMC’s wel erg ruim als deze vergeleken wordt met de TU’s. Dit keer zijn het de opleidingen uit het lage bekostigingsniveau Het hoger onderwijs kent drie niveaus van bekostiging: laag, hoog en top. Waar de opleidingen in het 'lage' segment 1x de rijksbijdrage krijgen is dat voor hoog 1,5x (bètatechnisch) en top 3x (geneeskundige opleidingen). : de geesteswetenschappen, sociale wetenschappen, rechtsgeleerdheid en economische wetenschappen die de noodklok luiden. In een brief die in handen is van ScienceGuide wijzen zij de commissie Van Rijn op een aantal omissies in het CHEPS-rapport aangaande bekostiging.

Knelpunten

In het Regeerakkoord is afgesproken dat de bekostigingssystematiek van het hoger onderwijs deze kabinetsperiode wordt herzien. Om te onderzoeken of de verdeling van de rijksbijdrage nog wel recht doet aan de taken activiteiten van de universiteiten en hogescholen is het CHEPS gevraagd een studie te doen. Dit rapport kwam afgelopen najaar uit, maar ook op basis van dit lijvige rapport kon de minister geen besluit nemen. De kwestie ligt nu bij de commissie Van Rijn die in april met uitsluitsel moet komen.

Ons dossier Bekostiging hoger onderwijs.

De gezamenlijke decanen van elf universiteiten stellen in hun brief aan Van Rijn dat het CHEPS-rapport te eenzijdig is ingestoken. In het rapport Bekostiging van het Nederlandse hoger onderwijs is er te weinig rekening gehouden met hun vakgebieden stellen ze. “Wij pleiten ervoor dat er veel beter dan in het CHEPS-rapport wordt gekeken naar de consequenties van maatregelen voor onze wetenschapsdomeinen.”

De directe aanleiding van het CHEPS-rapport is de analyse van OCW die onder toenmalig minister Bussemaker aan de Tweede Kamer werd verstuurd. Deze analyse kwam er op initiatief van toenmalig Kamerlid Pieter Duisenberg (VVD) en Michel Rog (CDA) die een motie in hadden gediend omdat er tekorten waren bij technische universiteiten. In deze analyse, die inmiddels al bijna twee jaar oud is, wordt een aantal concrete knelpunten genoemd voor het bekostigingsmodel waaronder de financiering van de (bèta)technische opleidingen, zogenaamde tweedekans studenten en de verhouding tussen onderwijs en onderzoek.

Verkeerd beeld van onderwijspraktijk bij sociale en geesteswetenschappen

In de eerste plaats lijken de bestuurders zich te beklagen over het verkeerde beeld dat er in Den Haag bestaat over de onderwijspraktijk in hun domeinen. Zo stellen ze dat er voor veel opleidingen meer nodig is dan alleen collegebanken en een beamer. “De aard van ons onderzoek en onderwijs is namelijk erg veranderd waardoor steeds meer apparatuur, labruimtes en studio’s nodig zijn.” Dit is overigens een constatering die ook in het CHEPS-rapport langskomt maar daar niet verder wordt uitgewerkt.

Wat betreft de afspraken in het regeerakkoord zijn hun vakgebieden volgens de auteurs de gebeten hond. “De 70 miljoen euro extra voor onderzoek uit het regeerakkoord, komt grotendeels (60 miljoen) aan bèta/techniek ten goede. Door de nieuwe dreiging van budgetoverheveling naar bèta/techniek, haalt de minister het voordeel van de extra studievoorschotmiddelen weg en zorgt ze voor een blijvende onbalans tussen de verschillende wetenschapsdomeinen.”

Ook wijzen de auteurs de commissie op de ongelijke verdeling van zogenaamde tweedekansers over de vakgebieden. Eerder was al bekend dat de verdeling van de tweedekansers niet gelijk is voor alle instellingen, maar volgens de auteurs is dit ook niet gelijk verdeeld over de opleidingstypen. “De studenten in de geesteswetenschappen zijn daarnaast relatief veel vaker bij een andere faculteit begonnen en stappen na een of twee jaar over naar de opleiding die ze werkelijk willen.” Omdat studenten slechts een keer bekostigd worden voor de nominale duur van de opleiding loopt de ontvangende opleiding hier bekostiging op mis.

Omissies in het CHEPS-rapport

Wat betreft de omissies in het CHEPS-rapport achten de briefschrijvers het onbestaanbaar dat hun vakgebieden nauwelijks zijn meegenomen in de geschetste alternatieven voor de bekostiging. Ze noemen het “heel bijzonder dat het rapport van het onderzoeksinstituut van de Utwente CHEPS op geen enkele manier inzichtelijk maakt wat de consequenties van de geschetste scenario’s zijn voor de andere wetenschapsdomeinen dan het domein bèta/techniek.”

Ten slotte stellen de auteurs dat het CHEPS onterecht geen rekening heeft gehouden met de vraag “welk deel van de problemen in het domein bèta/techniek wordt veroorzaakt door de stijging van het aantal internationale studenten.” Zij vinden niet te billijken is dat de Nederlandse belastingbetaler opdraait voor de kosten van niet-EER studenten. “Het is onredelijk om meer middelen naar dit domein te verschuiven, als er geen kostendekkend tarief wordt gehanteerd voor deze groep studenten.”

Maandag lanceerde de commissie Van Rijn een digitaal loket waar “een ieder de mogelijkheid om zijn/haar visie op de herziening van de bekostiging in het hoger onderwijs en onderzoek te delen.” De commissie zegt op de webpagina toe alle reacties uit deze consulatie in beschouwing te nemen. In april zal de commissie haar advies aanbieden aan het ministerie.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK