“Als studenten ChatGPT inzetten om voor hen te denken, doen docenten iets fout”

Interview | door Tom ter Horst
14 maart 2023 | Door technologische ontwikkelingen verschuift de nadruk in de academische omgeving van proces naar product. Welke implicaties heeft deze verschuiving voor de wetenschappelijke waarden? ScienceGuide sprak prof. dr. José van Dijck, universiteitshoogleraar digitale samenleving en mediacultuur aan de Universiteit Utrecht, over de zoektocht van data naar informatie, via kennis, naar wijsheid.
Prof. dr. José van Dijck

Product-scripties 

Een recente column in Het Financieele Dagblad van professor José van Dijck begint met de vermelding dat masterstudenten aan de Universiteit Utrecht als eindtoets in plaats van onderzoekswerkstukken voortaan ook ‘product-scripties’ mogen afleveren. Voorbeelden van dergelijke producten zijn ‘een podcast, een lezingenserie, een aantal blogs of een film’. De vraag rijst of een afstudeerproduct een goede reflectie is van kwaliteit en ontwikkeling binnen de vorming van een universitair student. 

Van Dijck weegt de voors en de tegens. “Studenten gaan na hun opleiding steeds meer werken in omgevingen waar ze in staat moeten zijn een presentatie te geven of een adviesrapport te schrijven, dus de vraag om productscripties is niet gek. Wij moeten echter wel oog blijven hebben voor kennis als proces en niet alleen de waarde van het product. Als je begint bij het eindproduct, dan moet je alsnog het hele kennisproces achterstevoren doorlopen.” 

Een blik in de studiegidsen schetst de voorwaarden voor product-scripties. Bij het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap gaat het om een ‘praktisch product ten behoeve van een organisatie of opdrachtgever’, waarbij de onderzoekstekst in de bijlage mag staan. Het departement Talen, Literatuur en Communicatie heeft het over een ‘publieksgericht product’. Bij de beoordeling hiervan zijn ‘de eisen die in professionele kringen aan dergelijke producten worden gesteld richtinggevend’. Zijn de wetenschappelijke waarden in dit proces gewaarborgd? 

Van Dijck vindt het waardevol om die discussie te voeren. “We moeten de standaarden van de wetenschap hooghouden en zorgen dat wat men produceert, ook betrouwbaar is. Bij elke technologische ontwikkeling moeten wij bepalen welke waarden onze studenten moeten leren, en vervolgens kijken wij welke instrumenten daarbij horen. Reflecteren op hoe wij instrumenten kunnen inpassen in de manier waarop wij kennis maken: dat is wijsheid.”

ChatGPT 

Een recent probleem bij het beoordelen van studentproducten is het inmiddels wijdverbreid gebruik van ChatGPT. Van Dijck is kritisch. “We moeten goed nadenken voordat we allerlei instrumenten implementeren, want die zijn veel meer dan alleen hulpmiddelen. Natuurlijk gaat ook deze technologie geïntegreerd worden in het onderwijs, maar ik pleit ervoor om studenten altijd te leren denken en articuleren via tekst. Als docent leer je een student wetenschappelijke waarde; dat is meer dan alleen het goede antwoord geven. Daarvoor heb je een ander type onderwijs nodig dan simpelweg de computer erbij te pakken. Als studenten technologie zoals ChatGPT gaan inzetten om voor hen te schrijven in plaats van zelf na te denken, dan doen wij docenten iets fout.”

Een van de valkuilen van technologische hulpmiddelen in het onderwijs is de betrouwbaarheid, stelt Van Dijck. “Wat grote taalmodellen zoals ChatGPT doen, is niets anders dan imiteren. Ze denken niet en zijn niet intelligent. Hoe meer data je ze voedt, des te beter wordt het imiteren. Het spuwt een product uit met de schijn van een perfecte tekst. ChatGPT is een soort orakel van Delphi: je stopt een vraag erin, er komt een perfect antwoord uit en dat beschouwen we dan als waarheid. Dat is heel misleidend. Ook bij het orakel van Delphi moet je achter de schermen kijken wat kennis waard is.” 

Van Dijck stelt dan ook fundamentele vragen over het gebruik van ChatGPT in de huidige staat. “Is ChatGPT als instrument betrouwbaar genoeg om in ons onderwijs in te bedden op een manier waarbij wij voldoende garanties hebben voor de onderliggende techniek? ChatGPT zal niet zeggen wanneer het iets niet weet; dan verzint het wat. Dat is niet hetzelfde als een mens die morele afwegingen maakt op het gebied van kennis. Door je goed uit te drukken leer je informatie omzetten in kennis. Dat is wat wetenschap doet en studenten moeten leren.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De nieuwsbrief is exclusief toegankelijk voor abonnees en medewerkers van onze partners.

Volgens Van Dijck moeten wetenschappers ervoor waken de macht over kennis uit handen te geven. “Bij informatie die je van het internet plukt, mis je vaak de context om bronnen tegen elkaar te kunnen afwegen. Daar ligt een groot deel van de reden voor mis- en desinformatie. Hoewel dat wel zal komen als Microsoft het integreert met Bing, krijgen we momenteel niet eens een bron te zien bij ChatGPT, ondanks dat de data open zijn en van internetpagina’s zoals Wikipedia komen. Deze open kennis gaat in het taalmodel, een zwarte doos die we niet kennen en waar we ook geen toegang toe krijgen. Hoe weten we dan of het van een bron komt waarvan we het gewicht kunnen wegen? Dat is onze taak als wetenschapper.”

Open science versus ChatGPT

Van Dijck is dan ook voorstander van wetenschapsbeoefening op basis van open toegankelijkheid. “We willen wetenschap zo transparant mogelijk maken, maar een techniek zoals ChatGPT is geen open product. ChatGPT wordt gebruikt als wetenschappelijk hulpmiddel, maar het is afgeschermd van publieke inspectie. Het bedrijf achter ChatGPT, OpenAI, had van oorsprong een heel idealistische inslag en er is enorm veel open kennis van wetenschappers gebruikt. Toen eenmaal het profijt ervan duidelijk werd, heeft Microsoft deze bedrijfstak ‘geannexeerd’. Publieke kennis wordt dus omgezet in private producten. Die voorbeelden zijn heel schrijnend.” 

Hoe moet de wetenschap zich volgens Van Dijck verhouden tot Big Tech: reguleren of concurreren? “Openbare voorzieningen kunnen niet concurreren met de enorme voorsprong van techbedrijven in computatie- en menskracht. Toch is het heel belangrijk om te zorgen dat in de wetenschap open technologieën beschikbaar blijven. Je moet het een doen en het ander niet nalaten: open data aanmoedigen en Big Tech reguleren. Europa is vrij goed in reguleren, maar als je geen alternatieven en criteria creëert, kun je ook niet goed reguleren.”

Nederland en Europa

Een dergelijk alternatief voor Big Tech is PublicSpaces, een Nederlands platform voor de publieke zaak, waar Van Dijck bij betrokken is. “PublicSpaces is een vereniging van bijna vijftig publieke instellingen die wilden nagaan hoe hun internetomgeving zo publiek mogelijk te houden. Allemaal gebruiken zij commerciële online instrumenten die hun met belastinggeld betaalde kennisproducten ontsluiten, terwijl zij juist borg moeten staan voor publieke waarden zoals privacy, transparantie en toegankelijkheid. Afzonderlijk zijn zij te klein om tegenwicht te bieden, maar samen zijn zij een grote speler in het Nederlandse publieke landschap.” 

Van Dijck beziet het bestaan van een alternatief platform als PublicSpaces in internationale context. “Het komt voort uit een gebrek aan grote platformbedrijven binnen Nederland en Europa, in tegenstelling tot de VS en China. Technologie is in China in handen van de staat, in de VS van de bedrijven. In Europa hebben wij veel kennis en macht gedelegeerd aan instituties voor een open samenleving, die toezicht dragen op kennis. Dat is het DNA van Europese instituties zoals omroepen, bibliotheken en gemeenten.” 

De Europese technologiesector kan een zelfstandige positie innemen tussen twee machtsblokken, volgens Van Dijck. “Een publiek ontwerp van de toekomstige internetarchitectuur kan zich onafhankelijker opstellen van de VS en China. Kleinere platformen die opereren op basis van open source software en open standaarden kunnen elkaar versterken, door samen te werken of te ‘federaliseren’, zoals het Fediverse (Federated Universe). Je wilt niet te groot worden, want dan wordt het heel kostbaar om inhoud te filteren en modereren, bijvoorbeeld met nepnieuws. Als je klein blijft, kun je moderatie dicht bij het menselijk niveau leggen, waar je overziet wie je gemeenschap is. Dit soort ideeën leeft enorm in Europa.”

Academische reflectie

Uiteindelijk zetten ontwikkelingen zoals ChatGPT en product-scripties aan tot academische reflectie, zegt Van Dijck. “Bij elke ontwikkeling moeten wij ons onderwijs aanpassen aan het nieuwe niveau van de instrumenten die kennis genereren. Wat willen wij dat onze studenten kennen en kunnen, en hoe moeten wij hierop reflecteren? Onafhankelijkheid is een heel belangrijke publieke waarde, ook met nieuwe instrumenten of universitaire producten. Je wordt niet aan de universiteit opgeleid om producten te maken in opdracht van een koekjesfabriek. Dat kun je ook met ChatGPT doen. Studenten moeten leren onafhankelijk te zijn van belangen en te vertrouwen op gedegen, onafhankelijk onderzoek.” 

In dit licht is het gebruik van product-scripties een punt van discussie, vindt Van Dijck. “Uit onderzoek door studenten komt een product zoals een scriptie, waaraan wij normen stellen zoals het uitleggen van methodologische keuzes. Als je een product maakt zoals een film, gaat het meestal niet over methodologie. Wanneer waarden zoals methodologie en onafhankelijkheid in een product zitten, is het prima om een product te maken. Een proces is belangrijk om te leren waarden te wegen. Ik hoop dat dit ook gewaarborgd is in zo’n alternatief product.” 

Een algemene aanbeveling van Van Dijck is daarbij om de waardediscussie met studenten te blijven voeren. “Docenten moeten met studenten praten over wat ChatGPT is en of, wanneer en hoe ze het gaan inzetten. Als je bespreekt met welke hulpmiddelen ze kennis hebben gegenereerd, dan help je het onderwijs open te houden en het proces te benadrukken. In dat proces moeten we er steeds op terugkomen welke waarden we willen nastreven. Zo komen we tot wijsheid.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK