De Associate degree kan nog meer smoel gebruiken

Interview | door Klaas-Wybo van der Hoek
16 maart 2022 | De Associate degree (Ad) wordt inmiddels gezien als een goed instrument om snel in te spelen op veranderingen in de arbeidsmarkt en daarmee de flexibilisering van het hoger onderwijs vorm te geven. De invoering van Ad had echter veel om het lijf, vertelt Hans Daale, sinds jaar en dag voorvechter van deze onderwijslaag. “Er was nogal wat weerstand, vooral op het bestuurlijke niveau.”
“Studenten, decanen, ouders en werkgevers moeten de Ad’s nog even wat beter op het netvlies krijgen en zien wat de voordelen zijn”, vindt Hans Daale.

Hans Daale, voormalig hogeschooldirecteur, kan beschouwd worden als de wandelende ‘Mister Associate degree’ in Nederland. Al meer dan drie decennia spant hij zich in voor de invoering, acceptatie en groei van de niveau 5-opleiding.  

“Toen ik in 1993 betrokken raakte bij het LICA (het Landelijk Informatie- en expertise Centrum Aansluiting hbo) ging het al vaak over werkend leren, flexibiliteit en voorkomen van uitval”, vertelt hij. “Bij de invoering van de bama-structuur begin deze eeuw kwam al naar voren dat tweejarige opleidingen in het hoger onderwijs ook interessant zouden kunnen zijn. Helaas is dat in het Europese Bolognaproces niet direct meegenomen, vooral omdat het accent op de aanpassingen bij de universiteiten, dus het wetenschappelijk onderwijs, lag.” 

Initiatief voor Ad kwam uit organisatie zelf 

Hoewel ook de toenmalige bestuurders in het hbo weinig aandacht hadden voor een opleiding op niveau-5, kreeg Daale toch de ruimte om zich ermee bezig te houden. “Zo kon ik het gezicht, beter gezegd de kop van jut, worden van Ad, onder de vlag van het Leido-netwerk dat in 1999 is begonnen met collega’s uit het hbo.” 

Het ineenslaan van de handen was noodzakelijk, vertelt Daale. “Veel van de mensen in het netwerk die ons in dit streven steunden, kregen niet altijd en voluit die medewerking van hun bazen. Sterker nog: sommigen werden erop aangesproken en tegengewerkt, niet noodzakelijk om persoonlijke reden, maar omdat bijvoorbeeld de Associate degree niet paste bij het hogeschoolbeleid. Er was nogal wat weerstand, vooral op het bestuurlijke niveau, maar dat is altijd te verwachten bij een dergelijke zeer dynamische aanpassing van een systeem.”  

Aparte Ad-academies blijken de goede keuze 

Ondanks die weerstand is de Ad redelijk snel ingeburgerd in het Nederlandse hoger onderwijs. “Na de eerste plannen in 2001 nam de Tweede Kamer in 2005 een D66-motie aan voor het gaan doen van pilots. In 2006 is men begonnen met een stelletje enthousiaste hogescholen. Uiteindelijk heeft de Ad in 2013 een formele plek in de wet gekregen”, geeft Daale een lesje geschiedenis.  

“Ja, het draagvlak was groot. Oud-minister Loek Hermans, toen voorzitter van MKB Nederland, steunde de ontwikkeling. De andere werkgeversorganisaties volgden al snel via de branches, en private aanbieders zoals Schoevers raakten geïnteresseerd vanwege de status ervan.” 

Opmerkelijk genoeg was de Vereniging Hogescholen tot 2013 tegen.

Ook bekostigde instellingen zoals Saxion, NHL Stenden, NHTV, de Hogeschool Rotterdam en Avans raakten enthousiast door het idee van de Ad’s. Zij hoopten vooral een nieuwe groep studenten te kunnen bedienen. “In Rotterdam en bij Avans heeft men op een gegeven moment nadrukkelijk gekozen voor het model van aparte Ad-Academies, en zoals nu blijkt volledig terecht. Denk maar aan wat er nu in Dordrecht tot stand wordt gebracht en de ontwikkelingen in de Achterhoek, waar het Grensland College is opgericht door de HAN, Saxion en het Graafschap College.” 

Vereniging Hogescholen was tegen, maar ministerie niet 

Opmerkelijk genoeg was de Vereniging Hogescholen tot 2013 tegen, vertelt Daale. “Verschillende hogescholen vonden de Ad niet bij hun status passen, vooral in het streven naar de positie als University of Applied Sciences in internationale netwerken. Veel van die hogescholen waren vooral gericht op het binnenhalen van masterlicenties en het formaliseren van die graad binnen het binaire systeem van het Nederlandse hoger onderwijs.” 

Het mbo, de NVAO en het ministerie namen de Ad echter wel serieus – al vanaf het begin. “Ik mag Bert Broerse, voormalig senior beleidsmedewerker op het ministerie, wel met name noemen in dit verband. Broerse keek kritisch naar de Ad’s, maar hij geloofde erin. Hij deed dat vanuit het politieke en bestuurlijke besef dat wat we nu niveau 5 noemen, een plek in het stelsel verdiende. Broerse was daarbij een goede en trouwe bondgenoot van de Ad, maar altijd gezien vanuit zijn eigen rol en de daarbij passende verantwoordelijkheden.” 

Ad is prima optie voor iemand die twijfelt 

Kansengelijkheid en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs hebben Daale, die in het verleden havo-decaan was, altijd aan het hart gelegen. “Leerlingen, studenten hebben recht op zoveel mogelijk kansen om te groeien. Een tijdje geleden zat ik met 29 anderen in De Balie voor een discussie over het bieden van meer gelijke kansen voor studenten met een migratieachtergrond. Velen komen op een lager opleidingsniveau terecht, vervolgens gaan ze gelukkig stap voor stap naar hogere opleidingen en uiteindelijk komen ze op de universiteit terecht. Dat is mooi toch?” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

In de problematiek waarmee deze jongeren te maken krijgen ziet Daale de opdracht om het schooladvies te verbeteren en meer schakelpunten in te bouwen. De Ad biedt daartoe veel mogelijkheden. “De Ad is een prima optie voor degenen die twijfelen, onzeker zijn. De Ad is er ook voor degenen die uit een minder studieus gezin komen en waarbij voorzichtigheid meespeelt, gelet op de consequenties van een verkeerde keuze en de verhalen over de uitval bij de bacheloropleiding. Die werken afschrikkend.” 

Vroeger, in het oude systeem, gingen veel van deze leerlingen van het havo naar het mbo. Daar volgden ze een mbo-plus-traject en pas vandaar gingen ze naar het hbo. Nu kunnen ze met de Ad rechtstreeks naar het hoger onderwijs, rekent Daale voor. “De kans dat ze kunnen doorgaan in de bachelor wordt daardoor tegelijk groter, mede omdat er geen sprake is van tijdsverlies door de omweg.” 

Ad makkelijk aanpasbaar op arbeidsmarkt 

Zouden bovenstaande redenen nog niet overtuigend zijn, dan wil Daale ook nog wijzen op de beweeglijkheid van studiecarrières. Daarover heeft hij genoeg gehoord tijdens de reünies die hij als havo-decaan organiseerde. “Je kunt niet anders stellen dan dat we in een te rigide systeem zitten: een situatie die om meer differentiatie schreeuwt. Neem bijvoorbeeld de situatie dat je in het derde jaar van de bachelor zit en het voelt toch niet goed. Je vraagt jezelf af of je de bachelor wel moet afmaken. Natuurlijk zou dat moeten, anders verlies je te veel.” 

In een Ad-opleiding is dat probleem veel minder groot. “Als je dan denkt ‘dat is toch mijn richting niet’, dan haal je eerst dat diploma. Vervolgens kies je in de bachelor voor een andere richting. Dat kan perfect binnen het huidige systeem, zowel voor de student als de hogescholen met alle beschikbare regelingen.” 

De groei van de Ad komt wel 

Nu de Ad in de wet is verankerd en in de praktijk is omarmd door veel hogescholen, is dit onderwijsniveau in de fase van uitbouw en groei geraakt. Hoewel het aantal Ad-studenten nu nog slechts een klein percentage van het totale aantal hbo-studenten vormt, ziet Daale die groei als een kwestie van tijd.  

“Studenten, decanen, ouders en werkgevers moeten de Ad’s nog even wat beter op het netvlies krijgen en zien wat de voordelen zijn. Je ziet dat roc’s de Ad’s in beeld krijgen. Bij de sector techniek vindt een verschuiving van de bachelor naar de Ad plaats: om in twee jaar een hbo-diploma te behalen. Het komt zeker goed met die belangstelling”, zegt hij. 

Daarbij benadrukt hij dat de Ad beter en vooral veel sneller kan aansluiten bij ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. “Die kunnen vertaald worden in het actualiseren van allerlei onderdelen zonder studenten met hun planning in de wielen te rijden. Tegelijkertijd biedt het kansen om de hardnekkige problemen in het hoger onderwijs terug te dringen: verminderde toegankelijkheid, uitval en rendement.” 

Het ontbreekt nog aan een expertisebureau 

Sinds een tijd kent Nederland een Ad-platform, bestaand uit vertegenwoordigers van hogescholen die bezig zijn met de Ad’s of daarmee iets willen gaan doen. Bij het opstarten van dat platform is geprobeerd daaraan een expertisebureau te koppelen met onafhankelijke experts die de tijd hebben om allerlei zaken uit te denken, vertelt Daale. Wegens een gebrek aan geld is dat echter niet gelukt.  

Koppel er een landelijk opererende lector aan, want er is veel te onderzoeken.

“De hogescholen hebben de middelen niet of hebben er nog geen geld voor over. Het ministerie geeft geen subsidie, want dan heb je een project of experiment nodig als basis voor het geven van geld. Jammer, want met zo’n expertisebureau zou de Ad nog beter een smoel kunnen krijgen. En koppel er een landelijk opererende lector aan, want er is veel te onderzoeken.” 

Hbo moet leven lang leren toe-eigenen 

Ook in de flexibilisering die het hoger onderwijs te wachten staat kan de Ad een mooie rol spelen, denkt Daale. “Stel dat iemand een Ad heeft gehaald en na een aantal jaar terugkomt bij de hogeschool. Dan zou je moeten kunnen inventariseren welke onderdelen van de Ad in de tussentijd zijn vernieuwd; op die onderdelen kun je de bijscholing dan richten, leidend tot een vernieuwd Ad-diploma met een actuele waarde voor de arbeidsmarkt.” 

In dezelfde adem is Daale ervan overtuigd dat het hbo zichzelf moet transformeren tot een intermediaire organisatie voor leven lang ontwikkelen. “Daar is een stevig plan van aanpak voor nodig met keuzes. Het zal zonder meer verregaande consequenties hebben voor het aanbod en dus voor de rol van de instellingen.” 

Maak werkveldadviescommissies verplicht 

Daale heeft een ijzeren geloof in de flexibilisering. “Met de focus op differentiatie”, voegt hij eraan toe. “Laat branches, bedrijfstakken en andere delen van het werkveld, dus het bedrijfsleven, hierbij een belangrijke rol spelen. Er is veel mogelijk, meer dan men nu al denkt. De Ad’s hoeven geen twee studiejaren, dus 120 studiepunten, te omvatten. Het mogen er ook 135 en zelfs wat meer zijn. Je kunt dus een breed programma van twee jaar aanbieden met in het verlengde daarvan nog specifieke modulen met certificaten gericht op een sector of bepaalde functies.” 

Daarbij zouden werkveldadviescommissies bij opleidingen verplicht moeten worden. “Alle commissies van dezelfde soort opleidingen binnen een sector kunnen zo een of twee keer per jaar op landelijk niveau bij elkaar gaan zitten. Ze leren al werkende weg van elkaar en ontdekken samen algemene trends: hard nodig voor de toekomst van het hbo, denk ik.” 

Klaas-Wybo van der Hoek : 

Klaas-Wybo van der Hoek, oud-bestuurder van NHL Stenden, doet tegenwoordig onderzoek naar globalisering en hoger onderwijs. Daarnaast is hij onder meer actief op journalistiek gebied.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK